This lesson contains 13 slides, with text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
4.1 Criminaliteit
Je kunt uitleggen wat men verstaat onder criminaliteit
Je kunt benoemen welke criminologische theorieën er zijn en deze toepassen
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Intro criminaliteit
Deze baby komt op zijn 15de terecht in een jeugdbende en wordt twee jaar later veroordeeld voor drugshandel, diefstal en betrokkenheid bij een steekpartij.
Wat is zijn levensverhaal?
Slide 3 - Slide
4.1 Criminaliteit
= gedrag dat door de overheid strafbaar is gesteld
= relatief: plaats- en tijdgebonden
-In 70 landen is homoseksualiteit strafbaar
-Tot +/- 1900 was bedelen strafbaar
Slide 4 - Slide
4.4 Criminologische theorieën
Crimineel gedrag verklaren:
Bindingstheorie
Structureledeviantietheorie
Gelegenheids-/rationelekeuzetheorie
Etiketteringstheorie
Slide 5 - Slide
Bindingstheorie
Hoe meer mensen zich verbonden voelen met de samenleving, hoe minder crimineel gedrag ze zullen vertonen.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Structurele-deviantietheorie
De structuren in de samenleving (wetten, etc.) zijn in het voordeel van de machtigen/rijken. Criminaliteit is het resultaat van de ongelijkheden in de samenleving.
Slide 8 - Slide
Gelegenheids-/
rationele keuzetheorie
Mensen zijn rationele wezens die kosten tegen baten afwegen --> ''gelegenheid (geen/weinig controle + aantrekkelijke doelwitten) maakt de dief"
Slide 9 - Slide
Etiketterings-/
labelingstheorie
Stereotypering als ''crimineel'' kan leiden tot een self-fulfilling prophecy (mensen gaan zich gedragen naar wat er van hen verwacht wordt)
Slide 10 - Slide
Welke van de vier theorieën sluit het beste aan bij het levensverhaal dat jullie verzonnen hebben?