KOPPELING synthese - casus C.
“C. krijgt, zoals reeds eerder vermeld, elke week bezoek van haar zoon. Hij brengt zijn hondje mee, iets waar C. heel hard naar uitkijkt! Als het hondje er niet bij kan zijn, kan C. beteuterd reageren. De zoon is echt een mee-zorgend familielid. Hij brengt steeds iets lekkers mee voor C. van de markt. Maar ook vers fruit en andere dingen. C. is altijd blij als ze iets lekkers kan eten.
De zoon komt C. gezelschap houden. Hij komt dus meer dan de dochter (in tegenstelling tot de cijfers), omdat zij in het buitenland is. Hij is de primaire mantelzorger. C. kijkt altijd erg uit naar de bezoeken, ze lijkt ook tot rust te komen als haar zoon bij haar is. De zoon vindt het echter ook erg aangenaam om een leuk contact te houden met de VZ. Er zijn specifieke VZ waar hij graag met praat. Soms durft de zoon al eens iets meer te zeggen over het verleden (zie institutionele context). Dan kan hij de familie zijn ‘die zelf hulp nodig heeft’. Hier is het belangrijk om hem te erkennen en een luisterend oor te bieden (NAGY). … zie volgende slide”