1.5 Nieuwe Wereld

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

1.5

De Nieuwe Wereld

Wat gaan we doen vandaag?

Huiswerkcontrole!

Leren hoe de maatschappij in Amerika veranderde.

Leren hoe de slavernij in Amerika tot stand kwam.

Leren waarom Afrikaanse slaven naar Amerika werden gebracht.

Huiswerkcontrole

Lees: kolonisatie en De behandeling van indianen in 1.5.

Ondertussen controleer ik het huiswerk.

Huiswerk was opdracht 63, 64, 65, 68, 69, 70, 73 en 75.

Spanjaarden winnen met de Reconquista hun land terug op de Arabieren

1. Politiek
2. Sociaal
3. Cultureel
4. Economisch

Conquistadores gaan naar Amerika toe om gebieden te bezetten.

1. Politiek
2. Sociaal
3. Cultureel
4. Economisch

Columbus wilde op reis gaan om dure edelstenen te vinden.

1. Politiek
2. Sociaal
3. Cultureel
4. Economisch

Columbus wilde ook op reis gaan om mensen christelijk te maken.

1. Politiek
2. Sociaal
3. Cultureel
4. Economisch

Azteken

• Een machtig rijk in Mexico rond 1500.
• Hoofdstad Tenochtitlan had 200.000 inwoners.
•  Stierven na 'ontdekking' door Spanjaarden uit door ziekten en toeval.
• De Azteken geloofden dat Hernán Cortés hun nieuwe god was.
• Binnen een paar jaar was 90% van de Azteken overleden.
• Hernán Cortés werd de nieuwe bestuurder van Mexico.

Inca's

• Machtig rijk vanaf de 13e eeuw.
• Verharde wegen.
• Verering van voorouders.
• De Inca die werd gezien als de menselijke vorm van
  de zonnegod stond bovenaan het bestuur.
• --> Politiek en godsdienstig leider.
• Onder leiding van Francesco Pizzarro werden de
  Inca's verslagen.

Conquistadores

Encomienda

Encomendero

Haciëndas

Leen van de Spaanse koning in Spaans Amerika

Landgoed dat Spanjaarden kregen in de Nieuwe Wereld

Spaanse avonturiers die indiaanse volken onderwierpen

Leenman van de Spaanse koning in Spaans Amerika

De behandeling van indianen

• Indianen stierven massaal aan Europese ziektes.
• Indianen die overleefden werden als slaaf gebruikt en slecht behandeld.
• --> 1542: Nieuwe wetten: Indianen worden officieel onderdaan van de koning en mogen niet meer mishandeld worden.
• Indianen gaan te snel dood --> er zijn nieuwe, sterke slaven nodig.
• --> Spanjaarden en Portugezen (en later ook Nederlanders, Engelsen en Fransen) halen slaven uit Afrika, in ruil voor wapens, alcohol en textiel en verscheepten hen naar Amerika. 
• Vanuit Amerika werd tabak, suiker, goud en zilver meegenomen naar Europa.
• --> Atlantische driehoekshandel.

Slavenhandel

• Als twee Afrikaanse stammen ruzie hadden, werden de verliezers slaven van de overwinnaars. ​
• Voor de Europeanen kwamen was er al veel slavenhandel met het Midden-Oosten. ​
• Europese handelaren hebben deze slavernij uitgebreid naar Amerika. ​
• In Amerika werd de lokale bevolking ook tot slaaf gemaakt of verjaagd/vermoord of ging de bevolking dood aan Europese ziektes.​
• In Brazilië woonden uiteindelijk meer Afrikanen dan oorspronkelijke Brazilianen.​
• Er bestaan geen originele bewoners van veel Caribische eilanden meer.​

1. Waarom dachten Europeanen dat zij 

Afrikanen als slaaf mochten gebruiken?

2. Hoe zouden Europeanen in Europa zich
hierover voelen?

3. Hoe zouden Europeanen in Amerika zich
hierover voelen?

4. Hoe zouden de Afrikaanse slavenhandelaren zich hierover voelen?

5. Zou je alle Europeanen als daders kunnen zien?

En nu?

• Slaven waren niet vrij.
• Zijn er nu nog groepen in onze samenleving die niet vrij zijn?
• Voel jij je weleens niet vrij?
• De Europeanen dachten dat zij over andere volkeren mochten heersen, omdat ze dachten dat ze beter waren. 
• Zijn er nu nog groepen in Nederland die denken dat ze beter zijn dan anderen?
• Voel jij je weleens beter dan een ander?

En jij?

• Stel: er zou nu nog steeds Atlantische driehoekshandel en plantageslavernij bestaan.
• Wat zou je daarvan vinden?
• Wat zou je daaraan kunnen doen?
• Wat zou je aan de ongelijkheid in onze eigen samenleving kunnen doen?

Vergelijken

• Welke vergelijking kun je maken tussen hoe mensen elkaar vroeger behandelden, in de slavernijtijd, en nu?
• Welke vergelijkingen kun je niet maken?

Aan de slag!

Maak in je werkboek van 1.5 opdracht 81, 84, 85, 86, 87, 88 en 93.

De eerste vijf minuten werk je zelfstandig, daarna mag je zachtjes overleggen.

Klaar? Lees alvast Mestiezering en maak opdracht 99.

Continuïteit en verandering

• Continuïteit = iets blijft hetzelfde als het al was.
• Verandering = iets verandert, de situatie is anders dan hoe het daarvoor was.
• Samen lezen: Maatschappelijke veranderingen.
• Welke vormen van continuïteit zien we hier terug?
• Welke vormen van verandering zien we hier terug?

"Europeanen mogen trots zijn op hun koloniale verleden"

Ben je het met deze uitspraak eens? Waarom wel? Waarom niet?

Aan de slag!

Maak in je werkboek van 1.5 opdracht 81, 84, 85, 86, 87, 88, 93 en 99.

Niet af = huiswerk!

Volgende week oefen-SO over hoofdstuk 1, 1.1 t/m 1.5.