Into Kap 3: Deutsche Feste

Deutsche Feste und Feiertage
1 / 21
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

Deutsche Feste und Feiertage

Slide 1 - Slide

Duitsland: zo dichtbij en toch zo verschillend. Ook wat de feestdagen betreft. Niet alle feestdagen zijn dezelfde als de onze en ze worden ook niet allemaal op dezelfde manier gevierd.
In Duitsland hebben ze bijv.  Martinstag.  Ze vieren het in november.
Kijk eerst naar de film en maak kennis met dit feest.

Slide 2 - Slide

Oktoberfest is ………..
A
Bierfeest
B
Worstfeest
C
Kaasfeest
D
Schoolfeest

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Video

Sint. Martin war een Romeinse soldaat ...................
A
die tegen armoede heeft gevochten
B
die zijn mantel in de helft heeft gesneden om met een bedelaar tijdens een sneeuwstorm te delen,
C
en zijn wapens waren van staal en steen en hout.

Slide 5 - Quiz

Kijk naar de volgende film. Maak een kennis met de andere Duitse feestdagen.  Let op de volgorde van de feestdagen.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Link

Bij de volgende opdracht kijk goed om welke feest het gaat. 

Slide 9 - Slide

Oktoberfest Geburtstag - Ostern

Slide 10 - Open question

Weihnachten - Sternsinger - Muttertag

Slide 11 - Open question

Ostern - Pfingsten - Silvester

Slide 12 - Open question

Erntedankfest - Halloween
- Ostern

Slide 13 - Open question

Erntedankfest - Ostern - Muttertag

Slide 14 - Open question

Geburt - Weihnachten - Nikolaustag

Slide 15 - Open question

Tag der deutschen Einheit - Erntedankfest - Oktoberfest

Slide 16 - Open question

Weihnachten - Nikolaustag -Martinstag

Slide 17 - Open question

Karneval - Martinstag -Geburtstag

Slide 18 - Open question

werktaak a2
Kap 3 
  • Uitleg docent duzen/ Siezen + m oef 3.3
  • Wrd A: maken oef 3.5
  • herhaling gramm; oef 3.6ab

Slide 19 - Slide

leertaak a2
Leren Kap 3 wrd A allemaal Duits -NL
zie tb Seite 46
Quizlet: https://quizlet.com/_5jt4dt

Slide 20 - Slide

Evaluatie leerdoelen
Nieuw:
Ik weet nu meer over bepaalde feesten in Duitsland.
Ik weet wanneer ik in het Duits u of jij moet zeggen.
Herhaling:
Ik ken de lidwoorden in het Duits.
Ik ken de persoonlijke vnw in het Duits.
Ik kan de vraagwoorden toepassen.



I

Slide 21 - Slide