This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
materiaal check
op tafel:
werkboek
laptop
schrift
pen/potlood
rekenmachine
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
regels in de klas
Slide 3 - Slide
wat veranderd niet
jas uit, oortjes uit
uitleg verstoren
hand opsteken als je wel wat wil zeggen
materiaal mee naar de les
regels tijdens practica
mobiel in de telefoon tas of kluisje
registratie magister (HW, te laat, absent)
Slide 4 - Slide
welke regels willen jullie?
-gevolgen van uitleg verstoren
-stoplicht op boord
-beginnen met een start opdracht
-vaste plekken
-iets wat jullie nog willen inbrengen
Slide 5 - Slide
stoplicht op het boord
A
ja
B
nee
Slide 6 - Quiz
beginnen met start opdracht
A
ja
B
nee
Slide 7 - Quiz
vaste plekken
A
nu al
B
pas wanneer het echt nodig is
Slide 8 - Quiz
4.2 snelheid berekenen
Slide 9 - Slide
wat weten we nog?
- de stappen om een rekenvraag op te lossen
-grootheden, eenheden en hun symbolen
-snelheid uitrekenen met een verhoudingstabel
Slide 10 - Slide
gegevens opschrijfen
omzetten naar juiste eenheden
uitrekenen
antwoord noteren
stap 1
stap 2
stap 3
stap 4
Slide 11 - Drag question
tijd om in te vullen
grootheid
symbool
eenheid
symbool
?
s
?
m
kilometer
?
tijd
?
seconden
?
?
h
snelheid
?
?
?
?
km/h
Slide 12 - Slide
snelheid uitrekenen
afstand
450m
?
60m
tijd
30s
1s
?
Slide 13 - Slide
wat gaan we vandaag doen?
-rekenen met de formules
-tijd en afstand uitrekenen
Slide 14 - Slide
schrijf over!
Slide 15 - Slide
voorbeeld
Mario rijdt in zijn auto. hij doet er 2 uur en 30 minuten over om van barendrecht naar antwerpen te rijden. de weg van barendrecht naar antwerpen is 200 kilometer. wat is de gemiddelde snelheid van mario?
Slide 16 - Slide
voorbeeld
Tijd (t) = 2,5 uur (h)
Afstand (s) = 200 kilometer (km)
gemiddelde snelheid (v) = s/t = 200/2,5 = 80km/h
Slide 17 - Slide
voorbeeld
Steve loopt 4 blokken per seconde. 1 blok is een meter lang. hoe ver loopt Steve in 20 seconden?
Slide 18 - Slide
voorbeeld
snelheid (v) = 4 meter per seconden (m/s)
tijd (t) = 20 seconden (s)
afstand (s) = v x t = 4 x 20 = 80 m
Slide 19 - Slide
test jezelf
houd bij hoeveel vragen je goed had!
1-5 vragen goed? team Maxwell
6-7 vragen goed? team Hawking
Slide 20 - Slide
afstand is...
A
een grootheid met de eenheid meter of kilometer
B
een grootheid met de eenheid seconde of uur
C
een eenheid met de grootheid meter of kilometer
D
een eenheid met de grootheid seconde of uur
Slide 21 - Quiz
het symbool voor snelheid is s.
A
waar
B
niet waar
Slide 22 - Quiz
een auto rijd met 100 km/h over de snelweg. Na hoeveel uur heeft de auto 250km afgelegd?
A
10:00 uur
B
02:30 uur
C
02:50 uur
D
01:00 uur
Slide 23 - Quiz
wat is het symbool voor afstand
A
v
B
t
C
s
D
a
Slide 24 - Quiz
bij een verhoudingstabel doe je boven en onder dezelfde stap
A
waar
B
niet waar
Slide 25 - Quiz
geef de juiste formule aan
A
v = s x t
B
s = v x t
C
t = s x v
D
t = v x s
Slide 26 - Quiz
Senna fietst 10 minuten naar school. ze heeft dan 2.7km gefietst. wat is haar snelheid in m/s?