Les 14 week 1

Du hast 2 Minuten für:


Je hebt 2 min om: 
  • mobiel in de wandtas
  • oortjes uit
  • je zit op je vaste plek
timer
2:00
Voordat de docent begint met de les heb je op tafel
  • werkboek + schrift + planagenda + etui
1 / 22
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Du hast 2 Minuten für:


Je hebt 2 min om: 
  • mobiel in de wandtas
  • oortjes uit
  • je zit op je vaste plek
timer
2:00
Voordat de docent begint met de les heb je op tafel
  • werkboek + schrift + planagenda + etui

Slide 1 - Slide

Wie is aanwezig?
Huiswerk niet af of geen spullen bij?  Geef dit aan als ik je naam roep!

Slide 2 - Slide

Wat gaan wij vandaag doen?
  •  vanaf volgende week plein
  • audio opdrachten 
  • zelfstandig werken

Slide 3 - Slide

blz. 71 opdr. 5
Lees de hele opdracht!

Daarna luister je naar de audio en moet je de weg tekenen op de plattegrond!

Slide 4 - Slide

blz. 73 opdr. 8

Slide 5 - Slide

Schrijf de kloktijd in het Duits op:

kwart over één

Slide 6 - Open question

Hoe zeg je in het Duits:
"Het is ....."

Slide 7 - Open question

Schrijf de kloktijd uit in het Duits:
begin met "Het is ....." 18:05

Slide 8 - Open question

Wie spät ist es?

Slide 9 - Open question

Wie spät ist es?

Slide 10 - Open question

Wie spät ist es?

A
Es ist neun Uhr .
B
Es ist fünf vor halb zehn.
C
Es ist halb eins.

Slide 11 - Quiz

Wie spät ist es?

A
Es ist neun Uhr fünfunddreißig.
B
Es ist fünf vor halb zehn.
C
Es ist fünf nach halb zehn.

Slide 12 - Quiz

Wie spät ist es?
A
Es ist fünf nach zwei.
B
Es ist fünf vor zwei.
C
Es ist ein Uhr fünfundfünzig.

Slide 13 - Quiz

herhaling vraagwoorden - Fragewörter

wanneer - wann
waarom - warum
wat - was
wie - wer
hoe - wie
waar - wo

timer
3:00

Slide 14 - Slide

wanneer
A
wie
B
wo
C
wer
D
wann

Slide 15 - Quiz

waar
A
wie
B
wo
C
wer
D
wann

Slide 16 - Quiz

wie
A
wie
B
wo
C
wer
D
wann

Slide 17 - Quiz

hoe
A
wie
B
wo
C
wer
D
wann

Slide 18 - Quiz

(wie).............ist das?
A
wie
B
wer
C
wohin
D
wann

Slide 19 - Quiz

Wat betekent het Duitse -wann- ?
A
hoe
B
wat
C
waar
D
wanneer

Slide 20 - Quiz

Wat betekent het Duitse -Was- ?
A
hoe
B
wat
C
waar
D
wanneer

Slide 21 - Quiz

zelfstandig werken:
maken:  vanaf blz. 75 opdr. 1 / 2 / 3 / 5


Klaar? --> oefenen met de woordtrainer online 
-- > 5.1 / 5.2 /
(weet jij niet waar deze is? vraag je docent om hulp!)

timer
15:00

Slide 22 - Slide