ch 3 Faire du shopping cours 1 15 02 2A

Bonjour 2A
On va faire du shopping
1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Bonjour 2A
On va faire du shopping

Slide 1 - Slide

BUTS
- ik ken woorden die te maken hebben met winkelen
- ik kan een gesprek begrijpen over winkelen
-ik kan het aanwijzende voornaamwoord gebruiken

Slide 2 - Slide

Devoirs
Vocabulaire A (mots + phrases)! 



faire exercices: 5 A, B, C, D , E, F (LUISTERVAARDIGHEID)
                           6 B,- (alleen de woorden tussen vertalen)
                           7 A
(huiswerk is af!)





Slide 3 - Slide

Programme du vendredi, 16 février
  • révision contrôle
  • révision devoirs
  •  ch 3  A + B 
  • correction exercices
  • grammaire bloc D - aanwijzend voornaamwoord


Slide 4 - Slide

correction
ex 5A, B, C, D, E, F
6 A, B, 
7A

Slide 5 - Slide

Tu aimes faire du shopping? Tu es accro?

- bloc B
ex. 9 10

Slide 6 - Slide

Vocabulaire A et B

Répète-moi!

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

le pronom démonstratif
  • le pantalon - de broek
  • la couleur - de kleur
  • l'hiver (m) - de winter
  • l'école (v) - de school
  • les ados (mv) - de pubers

Slide 9 - Slide

dit, dat, deze, die
Ce              -  mannelijk enkelvoud
Cet            -  mannelijk enkelvoud met klinker/stomme h
Cette        -  vrouwelijk enkelvoud (alle vrouwelijke woorden, ook
                        met klinker/stomme h) !!!!!
Ces            -  meervoud

Slide 10 - Slide

le pronom démonstratif

le pantalon - de broek die/dezebroek 
la couleur - de kleur
l'hiver (m) - de winter
l'école (v) - de school
les ados (mv) - de pubers
die,deze,dit,dat

....... pantalon
......  couleur
........hiver
........école
........ados

Slide 11 - Slide

à deux
  1. Zoek 4  Franse woorden uit vocabulaire A en B (enkelvoud mannelijk, vrouwelijk, klinker/stomme h, meervoud)
  2. Wissel de woorden met je buurman/vrouw
  3. Vervang het bepaalde of onbepaalde lidwoord door een aanwijzend voornaamwoord

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Au travail
bloc B, 9, 10, 11, 12
bloc D, 17 C, 17 D, 18 A, B, C, 19

Slide 14 - Slide

bloc C
phrases clés 
page 130

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

traduis le mot 
voc A et B

Slide 17 - Slide

devoirs 22 février 
Apprendre: vocabulaire A ET B (alleen woorden n-f f-n) oefen uitspraak met slimstampen, schrijvend leren daarna!

                 In de les overhoren woorden
Faire: Faire: ex 1A, 2 A, 2 B, 3, 4, 5A, B, D



Slide 18 - Slide

Noteer 4 verschillende woorden die met "winkelen" te maken hebben

Slide 19 - Open question