KWT oefenopdrachten H4

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

0 - 5 Telefoon weg, laptop, boeken en pen

5 - 20 quiz over 4.1 en 4.2 

20 - 60 Mindmap maken

60-67- pauze

67 - 90 Keuze: Mindmap -  oefentoets maken

Tweede wereldoorlog

De Tweede Wereldoorlog had twee bondgenootschappen: de geallieerden en de aslanden

Welk land hoorde bij welke kant? Eentje is al ingevuld.

Aslanden

Geallieerden

Bombardement op Rotterdam

Begin van de Tweede Wereldoorlog

Zuid-Nederland is bevrijd

Noord-Nederland is bevrijd

Wie is de bondgenoot van Hitler VOORDAT de Tweede Wereldoorlog begint?

1. Frankrijk
2. Sovjet-Unie
3. Groot Brittannië

Wat betekent capituleren?

1. Ales een leger een gebied verovert
2. Snelle aanval
3. Overleg tussen staten
4. Overgave

De aanval op welk land start de Tweede Wereldoorlog?

1. Oostenrijk
2. Tsjechië
3. Polen
4. Frankrijk

Wat is het eerste KEERPUNT in de Tweede Wereldoorlog?

1. De slag bij Stalingrad (Rusland)
2. D-Day
3. Invasie van de Sovjet-Unie

Wat betekent Blitzkrieg?

1. Gebied veroveren
2. Snelle aanval
3. Overleg tussen staten
4. Overgeven

bezet

Blitzkrieg

capitulatie

diplomatie

invasie

Je weet nu best veel over de Tweede Wereldoorlog. Kijk goed naar onderstaande afbeeldingen en zet ze van links naar recht in de juiste volgorde van tijd. Begin met wat het eerst gebeurde.

➤Combineer de onderstaande zinnen met het juiste land, door ze naar de vlaggen op de kaart te slepen.

Land dat werd veroverd tijdens de Blitzkrieg van mei 1940.

Dit land is nooit door de Duitsers veroverd. Dat kwam onder andere doordat de piloten van dit land zo dapper vochten.

De aanval op dit land werd door Duitsland Operatie Barbarossa genoemd.

Hier vielen de geallieerden op 6 juni 1944 aan.

Kamp Auschwitz was een

1. Strafkamp
2. Doorvoerkamp
3. Concentratiekamp
4. Vernietigingskamp

Tijdens de Holocaust zijn alleen Joden vermoord

1. Juist
2. Onjuist

De Nazi's startte de Holocaust door

1. Razzia's uit te voeren
2. Joden te deporteren
3. Joden te concentreren

Waar werden ouderen, kinderen en zwakke heen gestuurd?

1. Doorvoerkampen
2. Concentratiekampen
3. Vernietigingskampen

Razzia's - deporteren - concentratiekampen - vernietigingskampen

1. Dit is de juiste volgorde waarin de Holocaust plaatsvond
2. Dit is NIET de juiste volgorde waarin de Holocaust plaatsvond

Wat betekent collaboratie?

1. Verzetten tegen de bezetter
2. Meewerken met de bezetter
3. Niets doen

Operation d-day vindt plaats in Normandië

1. Waar
2. Niet waar

D-Day was een keerpunt in de Tweede Wereldoorlog, want:

1. Toen kwamen geallieerde 200.000 soldaten aan land
2. Toen werden er bommen gegooid op Japan
3. Toen kwam de Sovjet-Unie het westen bevrijden
4. Toen kwamen de Amerikaanse soldaten in Amsterdam

Welke vraag is juist en welke onjuist? Sleep de antwoorden.

Juist

Onjuist

De Sovjet-Unie eiste een tweede front in Europa.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog viel China Nederlands-Indië aan.

Frankrijk capituleerde in juni 1940.

Japan viel Pearl Harbor aan in 1942.

Op D-day landden Amerikaanse, Canadese en Britse soldaten op de stranden  van Normandië.

Zet in de juiste volgorde.

Zet wat eerst gebeurde bovenaan.

Zuid-Nederland wordt bevrijd

D-day wordt uitgevoerd door Amerika en Canada

Hongerwinter

Duitsland capituleerd

Hieronder staan vier gebeurtenissen die te maken hebben met het einde van de Tweede Wereldoorlog.

Zet de gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde.

Overgave van Japan.

D-day.

Overgave van Duitsland.

Atoombom op Hiroshima

Sleep het begrip naar de juiste omschrijving.

Jodenhaat

Controle vooraf op radiozenders en kranten.

Mensen ongelijk behandelen.

De massamoord van de Nazis op de joden.

Mensen verschillend behandelen op basis van hun ras of afkomst.

Geweld gebruiken om mensen bang te maken.

Antisemitisme 

Censuur

Discriminatie 

Holocaust 

Racisme 

Terreur 

Aan het werk.... 

Maak een mindmap over 4.1 en 4.2

- schrijf eerst alles op wat je weet

- vul aan met behulp van je boek

Klaar? Nakijken

Aan het werk.... 

Maak de toets- schrijf eerst alles op wat je weet

- vul aan met behulp van je boek

Of: oefentoets maken