Telemetrie

Wat wordt er op een ECG geregistreerd?
A
De prikkelgeleiding over de kransslagaders
B
De bloedstroom door het hart
C
De geleiding van electrische prikkels in hart
D
De bloedstroom door de kransslagaders
1 / 17
next
Slide 1: Quiz
Verpleging en verzorgingBeroepsopleiding

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wat wordt er op een ECG geregistreerd?
A
De prikkelgeleiding over de kransslagaders
B
De bloedstroom door het hart
C
De geleiding van electrische prikkels in hart
D
De bloedstroom door de kransslagaders

Slide 1 - Quiz

Wat betekent de afkorting ECG
A
Electrocardiografiek
B
Electrocardiogram
C
Electrocompositie-grafiek
D
Electrocardiogeleiding

Slide 2 - Quiz

Er is een …. zichtbaar op het ECG wanneer de sinusknoop een actiepotentiaal genereert die de boezems activeert (depolariseert)
A
T- top
B
P-top
C
QRS-complex
D
ST-elevatie

Slide 3 - Quiz

Een normale PQ-tijd duurt:
A
0,01 tot 0,02 seconden
B
0,20 tot 0,30 seconden
C
0,10 tot 0,12 seconden
D
0,12 tot 0,20 seconden

Slide 4 - Quiz

Welk ritme zien we hier?
A
Atriumfibrilleren
B
Sinusritme met PVC
C
Sinusritme met PAC
D
Een VT

Slide 5 - Quiz

Prikkelgeleiding:
wat hoort er bij C?
A
Sinusknoop
B
Bundel van his
C
AV-knoop
D
Purkinje vezels

Slide 6 - Quiz

Wat kunnen "spitse" T-toppen voor oorzaak hebben op een ECG?
A
Een lage bloedsuiker
B
Een hoog kalium
C
Verkeerd geplakte stickers
D
Een ventriculair ritme

Slide 7 - Quiz

Welk ritme past bij de omschrijving: Er is geen P-top aanwezig, of deze is negatief met een smal QRS-complex
A
Atriaal ritme
B
Sinusritme
C
Atriumfibrilleren
D
Ventrikeltachycardie

Slide 8 - Quiz


Welke fase is hier omcirkeld?
A
de fase voor de depolarisatie van de boezems
B
de fase voor de repolarisatie van de boezems
C
de fase voor de depolarisatie van de ventrikels
D
de fase voor de repolarisatie van de ventrikels

Slide 9 - Quiz

welk deel het ECG geeft het samentrekken van de kamers weer?
A
P
B
QRS
C
T
D
ST

Slide 10 - Quiz


Hoe benoem je de aangegeven plek in het ECG
A
P
B
Q
C
R
D
S

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Er is een bundeltje cellen die het samentrekken van het hart veroorzaken. Hoe heet dit bundeltje?
A
sinusknoop
B
ECG
C
Av-knoop
D
sinusknop

Slide 13 - Quiz

De impuls voor de hartslag verloopt als volgt:
A
Sinusknoop -> AVknoop -> Bundel van His
B
AV-knoop -> Bundel van His -> Sinusknoop
C
Grote hersenen -> AVknoop -> Bundel van His
D
Grote hersenen -> bundel van His -> AVknoop

Slide 14 - Quiz

Welk signaal – aangegeven met de
letters A,B,C,D of E – geeft de elektrische
activiteit weer die gemeten kan worden
langs de weergegeven hartas?
A
A
B
B
C
D
D
E

Slide 15 - Quiz

dit ECG is van iemand in rust, -hoe verandert dit ECG bij inspanning?
A
de afstand P-R neemt toe
B
de afstand T-P neemt toe
C
de afstand T-P neemt af
D
piek P en piek R worden hoger

Slide 16 - Quiz

Wat wordt er op een ECG geregistreerd?
A
De prikkelgeleiding over de kransslagaders
B
De bloedstroom door het hart
C
De geleiding van electrische prikkels in hart
D
De bloedstroom door de kransslagaders

Slide 17 - Quiz