Inleiding, kern en slot deel 2 - V1B - 15 maart 2024


Nederlands 

Kern en slot
§7, 
alinea's, 
Thema B, bewaren

V1B
15-03-2024

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson


Nederlands 

Kern en slot
§7, 
alinea's, 
Thema B, bewaren

V1B
15-03-2024

Slide 1 - Slide

Agenda
  • 09:50- 10:05:     landen & 10 min lezen
  • 10:05 - 10:15:     HW nakijken
  • 10:15 - 10:30:     instructie kern & slot  
  • 10:30 - 11:00:    oefenen
  • 11:05:                 afsluiting    
  • 11:10:                  einde les 

Slide 2 - Slide


Eerst... 
lekker 10 minuten lezen! 
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Agenda
  • 09:50- 10:05: landen & 10 min lezen
  • 10:05 - 10:15: HW nakijken
  • 10:15 - 10:30: instructie kern & slot
  • 10:30 - 11:00: oefenen
  • 11:05: afsluiting
  • 11:10: einde les 

Slide 4 - Slide

Huiswerk nakijken

Slide 5 - Slide

Agenda
  • 09:50- 10:05: landen & 10 min lezen
  • 10:05 - 10:15: HW nakijken
  • 10:15 - 10:30: instructie kern & slot
  • 10:30 - 11:00: aan de opdracht/ HW werken
  • 11:05: afsluiting
  • 11:10: einde les 

Slide 6 - Slide

Om te beginnen...
- Pak je schrift & een pen
- Noteer de datum: 15-03-2024
- Noteer het onderwerp van de les: 
Kern & slot   
- Verdeel de lege bladzijde in drie delen:
 

Slide 7 - Slide

Een tekst bestaat uit...? 
                                Inleiding --> 

                                
                                 Kern -->

                             
                                 Slot --> 

Slide 8 - Slide

Inleiding 
Het eerste deel van een tekst = de inleiding.
- maakt onderwerp van de tekst duidelijk 
- d.m.v.:
  • een voorbeeld 
  • een verhaaltje (anekdote) 
  • een bijzondere situatie 
  • een vraag. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Kern/ middenstuk
- meerdere alinea's in het midden van de tekst
- iedere alinea is een apart stukje informatie/ deelonderwerp
- je kunt tussenkopjes gebruiken 
 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Het slot
In het slot vind je bijvoorbeeld:
- een conclusie
- korte samenvatting
- wordt naar de toekomst gekeken
- aangehaakt op de inleiding (waardoor het verhaal mooi 'rond' is) 

Bij nieuwsberichten is dit anders! Er is geen slot aanwezig. Wat dan wel?
Het belangrijkste staat aan het begin van de tekst -> deel daarna geeft extra informatie.

Slide 13 - Slide

Wat kun je NIET vinden in het slot?
A
een samenvatting
B
nieuwe informatie
C
een conclusie
D
dat je naar de toekomst kijkt

Slide 14 - Quiz

aan de opdracht/ HW werken
Je mag nu aan de opdracht werken en aan het huiswerk
Kijk elkaars werk na/ help elkaar/ schrijf het slot van de opdracht
Let op: 
  • De tekst moet ongeveer een half A4-tje/ 400 woorden maximaal zijn.
  • De tekst moet bestaan uit een inleiding, kern en een slot.
  • De tekst moet uit alinea's zijn opgebouwd.
  • De 5w +h- vragen moeten in de tekst beantwoord zijn.



Je mag zachtjes met je elleboogpartner overleggen
Je krijgt hier 30 minuten de tijd voor
timer
30:00

Slide 15 - Slide

Opdracht tijdcapsule
Paragraaf 8: opdracht 3: p. 151
  1. Jullie gaan de komende weken iets over jezelf schrijven voor in een tijdcapsule.
  2. Je schrijft over iets dat je NU meemaakt en zoekt daar een voorwerp bij.
  3. Je levert de tijdcapsule op 22 maart in.
  4. De tekst moet ongeveer een half A4-tje zijn.
  5. De tekst moet bestaan uit een inleiding, kern en een slot. 
  6. De tekst moet uit alinea's zijn opgebouwd.
  7. De 5w +h- vragen moeten in de tekst beantwoord zijn.
  8. Nadat je het teruggekregen hebt verstop je de tijdcapsule ergens waar je het pas over 10 jaar weer openmaakt. 
Deze opdracht telt 2x mee voor je rapport. 
timer
3:00

Slide 16 - Slide

Dinsdag 19 maart
Meenemen:
- Het voorwerp dat samen met de tekst in de tijdcapsule moet komen 
- Een voorwerp om de tijdcapsule mee te maken (lege fles/ leeg ijsbakje/ schoenendoos/ boterhambakje, etc.)
- Tekst op papier of i-pad meenemen
- stickers en glitters die je zelf nog mee wilt nemen om hem te versieren


Slide 17 - Slide

Theorie (hoofdgedachte)
Hoofdgedachte = van een tekst één volledige zin, die het belangrijkste samenvat wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt.

Zo vind je een hoofdgedachte:
1. Onderwerp zoeken.
2. Wat is het belangrijkste wat er over het onderwerp gezegd wordt? Antwoord in één zin. 


Slide 18 - Slide

Theorie (hoofdgedachte)

Waar kan de hoofdgedachte in de tekst staan?


- inleiding
- slot
(- titel)

Soms staat hij er letterlijk in, maar soms moet je de hoofdgedachte zelf formuleren

Slide 19 - Slide

Wat is volgens jou een 'hoofdgedachte'?

Slide 20 - Open question