Grootheden en eenheden

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 8

grootheden en eenheden

Vorige keer, herhaling.

Hieronder staan 2 eenheden en 2 grootheden. Kies een eenheid!

1. Afstand
2. Kilometer
3. Massa
4. Kilogram

gewicht, lengte en oppervlakte zijn

1. eenheden
2. grootheden

Welke grootheid hoort bij maand?

Wat betekend Hecto?

1. 1
2. 10
3. 100
4. 1000

Wat betekent centi?

1. 1/1000
2. 1/10
3. 100
4. 1/100

cm​3​​

dm​2​​

inhoud

oppervlakte

informatie

liter

Hm

TB

Bite

lengte

gewicht

tijd

m

sec

dg

dam

eeuw

kg

Wat gaan we deze les doen?

- Grootheden (Quiz)

- Eenheden (Quiz)

- Doelen

- Theorie

- Volgende week toets H 8

Grootheden, meten en eenheden

Grootheden: Wat wil je gaan meten bijvoorbeeld: de lengte

Eenheden: waarin wil je dat meten bijvoorbeeld: centimeters

2,3 x 10 =

1. 0,023
2. 0,23
3. 2,3
4. 23

4,56 x 100 =

1. 0,456
2. 4,56
3. 45,6
4. 456

2,3 x 1000 =

1. 23
2. 230
3. 2 300
4. 23 000

4,56 : 10 =

1. 0,456
2. 4,56
3. 45,6
4. 456

20,6 : 100 =

1. 20,6
2. 2,06
3. 0,206
4. 0,0206

210 : 1000 =

1. 21,0
2. 0,210
3. 210
4. 210 000

Een brugklasser weegt ongeveer ... kg?

1. 9
2. 42
3. 120
4. 200

In een beker kan ongeveer ... ml thee.

1. 9
2. 42
3. 120
4. 200

Een huis is ongeveer ... meter hoog.

1. 9
2. 42
3. 120
4. 200

2,5 uren = ... minuten

1. 250
2. 150
3. 2,5
4. 180

1,5 dag = ... uren

1. 12
2. 24
3. 36
4. 48

20 weken = ... dagen

1. 7
2. 21
3. 91
4. 140

Gijs en Daniël zijn tweelingbroers.
Gijs zegt dat hij 1,63 m lang is.
Daniël zegt dat hij 163 cm lang is.
Wie is het grootst?

1. Gijs
2. Daniël
3. Geen van beide
4. Ze zijn evenlang

Doelen van deze les

Ik weet wat eenheden zijn. 

Ik ken de afkortingen van de meest voorkomende eenheden. 

Ik ken de waarden van de woorden: kilo = 1000 - hecto = 100 - deca = 10 - deci = 0,1 - centi = 0,01 - milli = 0,001. 

Ik weet wat grootheden en eenheden zijn. 

Ik kan grootheden en eenheden aan elkaar koppelen. 

Eenheden 

Eenheden

kg, g 

km, m, cm, mm

㎡

l, ml

km/uur, m/s

Grootheden

gewicht

lengte

oppervlakte

inhoud

snelheid

Afkortingen 

kilometer = km                                 liter = l

meter = m                                       milliliter = ml

centimeter = cm

milimeter = mm                       kilometer per uur = km/uur

                                            meter per seconde = m/s

kilogram = kg

gram = g

 

aantal

240

aantal

Vul op de juiste plaats in:

Vul in: cm, ℃, ml, g, minuten

a. Neem 400 ... koolvisfilet.

b. Neem 4 stukken aluminiumfolie van 50 ... lang.

c. Gebruik 20 ... zonnebloemolie.

d. Zet de oven op 200 ...

e. Maak de vispakketjes in 30 ... klaar.

 

aantal

240

aantal

Waarde van de woorden 

 

aantal

240

aantal

kilo            = duizend              = 1000

hecto         = hecto                 = 100

deca          = tien                   = 10

deci           = een tiende          = 0,1

centi          = een honderste     = 0,01

milli           = duizendste          = 0,001

Schijf op en reken uit.

a. Hoeveel liter is een hectoliter?

b. Hoeveel meter is een centimeter?

c. Hoeveel gram is een milligram?

 

aantal

240

aantal

Doelen van deze les

Ik weet wat eenheden zijn. 

Ik ken de afkortingen van de meest voorkomende eenheden. 

Ik ken de waarden van de woorden: kilo = 1000 - hecto = 100 - deca = 10 - deci = 0,1 - centi = 0, 01 - milli = 0,001. 

Ik weet wat grootheden en eenheden zijn. 

Ik kan grootheden en eenheden aan elkaar koppelen. 

Doelen van deze les

Ik weet wat eenheden zijn. 

Ik ken de afkortingen van de meest voorkomende eenheden. 

Ik ken de waarden van de woorden: kilo = 1000 - hecto = 100 - deca = 10 - deci = 0,1 - centi = 0, 01 - milli = 0,001. 

Ik weet wat grootheden en eenheden zijn. 

Ik kan grootheden en eenheden aan elkaar koppelen.