What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
B&F, Taal, Taalactief thema 9 les 1 en 3
• Je weet wat een aanwijzend voornaamwoord is en herkent deze.
• Je kunt een aanwijzende voornaamwoord invullen in de zin.
Doelen
Les 1 en 3 van thema 9
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Taal
Basisschool
Groep 8
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
• Je weet wat een aanwijzend voornaamwoord is en herkent deze.
• Je kunt een aanwijzende voornaamwoord invullen in de zin.
Doelen
Les 1 en 3 van thema 9
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Aanwijzend voornaamwoord
Een aanwijzend voornaamwoord wijst
(bijna) letterlijk iets of iemand aan. Bijvoorbeeld:
die, dit, dat, deze, zulk, zulke, diegene, datgene, degene, zo'n
Dit
hondje
vind ik het liefste.
Uitleg
Dit
slaat op
hondje. Hondje is een
zelfstandig naamwoord.
Met
dit
maak je duidelijk dat het over het hondje gaat, die je dus aanwijst.
Het gaat alleen om
dit
hondje, niet om een andere.
Voorbeeld
Het aanwijzend voornaamwoord kan
op verschillende manieren in de zin staan.
1. Het kan in plaats van het
lidwoord
staan, dus vóór een zelfstandig naamwoord.
2. Het kan voor een
bijvoeglijk naamwoord
staan.
3. Het kan in plaats van een
zelfstandig naamwoord
staan.
1.
Dit
spelletje is erg leuk.
2.
Deze
mooie trui is kapot.
3. Ik wil
dat
graag zien.
Waar staat het?
Slide 3 - Slide
Geef bij de volgende zinnen aan wat het aanwijzend voornaamwoord is.
Slide 4 - Slide
De kaartjes liggen in die kartonnen doos.
Slide 5 - Open question
Ik stuur deze kaart naar Paulien.
Slide 6 - Open question
Dat varkentje zullen we even wassen.
Slide 7 - Open question
Die vrouw heeft een nieuwe telefoon gekocht.
Slide 8 - Open question
Toen wisten de mensen dat niet.
Slide 9 - Open question
Op die kaart staat de route naar Amsterdam.
Slide 10 - Open question
Die armband heb ik met gekleurde kralen gemaakt.
Slide 11 - Open question
In die winkel verkopen ze leren stoelen.
Slide 12 - Open question
Gisteren liepen die jongens naar het bruine huis.
Slide 13 - Open question
Dat zag ik niet.
Slide 14 - Open question
In die boom groeien rode appels.
Slide 15 - Open question
Op ..... berg staat een klein huisje
Welk aanwijzend voornaamwoord hoort het op de ...
Slide 16 - Open question
..... egel ligt onder de verdorde blaadjes.
Welk aanwijzend voornaamwoord hoort het op de ...
Slide 17 - Open question
..... jongen heeft het gedaan.
Welk aanwijzend voornaamwoord hoort het op de ...
Slide 18 - Open question
..... computer was vroeger van mijn oom.
Welk aanwijzend voornaamwoord hoort het op de ...
Slide 19 - Open question
...... zilveren ring kreeg ik van mijn oma.
Welk aanwijzend voornaamwoord hoort het op de ...
Slide 20 - Open question
More lessons like this
Woordsoorten herhaling H.1-mavo2
September 2018
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
woordbenoemen bijv pers gr 6-7-8
June 2023
- Lesson with
30 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
Les 2: herhalen theorie, nakijken opdr. 1, uitleg voornaamwoorden (1)
February 2019
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
Aanwijzend en vragen voornaamwoord
April 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Les 2: herhalen theorie, nakijken opdr. 1, uitleg voornaamwoorden (1)
October 2019
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
2aha Brug grammatica Woordsoorten
March 2022
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Woordsoorten -vragend -aanwijzend voornaamwoord.
September 2017
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
Herhaling grammatica woordsoorten - Cursus 5
May 2024
- Lesson with
36 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2