Je botten (2.1) 1HV

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

2.1 - Je botten

Lesdoelen

Na deze les kan je uitleggen:

• Wat de functies van het skelet zijn
• Hoe het skelet is opgebouwd (en kunt daarbij de namen van de botten noemen)
  

Wat is een functie van het skelet? Zoek eventueel op in 2.1

02:15

Waardoor kan de schedel van een pasgeboren baby een beetje worden ingedrukt?

1. Door de schedelbeenderen
2. Door de fontanellen
3. Doordat de ooggaten nog groot zijn
4. Doordat de schedel geheel van kraakbeen is

03:56

Welk van de volgende botten is GEEN onderdeel van de wervelkolom?

1. heiligbeen
2. staartbeen
3. lendenwervel
4. sleutelbeen

04:22

Waardoor kun je je wervelkolom bewegen? Meerdere antwoorden mogelijk.

1. Doordat het uit meerdere, kleine botten bestaat
2. Doordat er kraakbeen tussen de wervels zit
3. Doordat er gewrichten tussen de wervels zitten

06:58

Wat doen je ribben? Meerdere antwoorden mogelijk.

1. Ze geven je lichaam vorm
2. Ze beschermen je longen en hart
3. Ze zorgen dat je kunt ademhalen

01:05

Aan welke kant van je onderarm zit de ellepijp?

1. Aan de kant van je pink
2. Aan de kant van je duim
3. Aan de bovenkant
4. Aan de onderkant

01:50

Hoe heten de botjes in je hand die het dichtst bij je pols liggen?

1. Middenhandsbeentjes
2. Handwortelbeentjes
3. Vingerkootjes
4. Middenwortelbeentjes

02:49

Wat is er NIET WAAR over het staartbeen?

1. Het bevindt zich onder het heiligbeen.
2. Het is vergroeid en kan dus niet bewegen.
3. Er zit veel kraakbeen tussen zodat het soepel beweegt.
4. Bij andere zoogdieren groeit hier de staart.

02:59

Welk bot zit aan de voorkant van je onderbeen?

1. Je dijbeen
2. Je scheenbeen
3. Je kuitbeen
4. Je spaakbeen

Wat blijft er over als je een botje in azijn/zuur legt?

1. kalkstof
2. lijmstof
3. beenmerg
4. kraakbeen

Oefenen

Maak opdracht 1 t/m 18 van 2.1 in je boek op blz. 69 t/m 78