This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Kerstles - clase de Navidad
CLASE DE NAVIDAD
Kerstles
Slide 1 - Slide
Objetivos Doelen
En esta clase... In deze les...
...aprendo sobre las tradiciones navideñas en España leer ik over Spaanse tradities rondom Kerst en Oud & Nieuw
Slide 2 - Slide
Wat weet je al over Kerst in relatie tot Spanje (of Latijns Amerika)?
Slide 3 - Mind map
La Navidad en España
La Navidad dura dos semanas y las fiestas más importantes son:
Nochebuena
Navidad
Nochevieja
Reyes
Slide 4 - Slide
¿Cuántos días dura la Navidad?
A
dos semanas
B
dos meses
C
dos días
D
dos años
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Video
00:39
El Tío Spanish ___ (versiert) su casa con un árbol de Navidad, unas bolas, guirnaldas, luces y muchos otros adornos.
Slide 7 - Open question
00:48
Belén significa...
A
kerstmis
B
kribbe
C
kerststal
D
kerstavond
Slide 8 - Quiz
01:03
Welk figuur noemt Tío Spanish NIET (maar zie je wel vaak in een belén)?
A
de drie wijzen uit het oosten
B
engeltjes
C
herders
D
kamelen
Slide 9 - Quiz
01:37
El 24 de diciembre, los españoles (cenar)___, (comer)___ turrón, (brindar)___ con champán, (cantar) ___ villancicos y (tocar)___ la pandereta y la zambomba.
Slide 10 - Open question
02:01
De Kerstman heet in het Spaans Papá Noel, maar deze traditie is niet zo wijdverspreid zoals in Amerika. Spaanse kinderen krijgen hun cadeautjes namelijk niet van hem, maar van...
A
de drie wijzen uit het oosten
B
los Reyes Magos
C
Melchor, Gaspar & Baltasar
D
Sinterklaas
Slide 11 - Quiz
02:37
Wat kun je vinden in je roscón de Navidad? En welke is positief en welke negatief?
Slide 12 - Open question
02:53
Wat dragen Spanjaarden op oudjaarsdag voor geluk in het nieuwe jaar?
A
een hoedje
B
rode onderbroek
C
groene jas
D
hun gele vlag om hun schouders
Slide 13 - Quiz
03:22
Elke klokslag eten ze een...
A
druif
B
boontje
C
churro
D
tapa
Slide 14 - Quiz
03:58
Hoe wens je iemand een fijne kerst in het Spaans?
Slide 15 - Open question
Slide 16 - Video
Schrijf zo veel mogelijke Spaanse woorden op met de betekenis in het Nederlands over NAVIDAD.
Navidad
Slide 17 - Mind map
el 22 de diciembre
el 06 de enero
el 1 de enero
el 24 de diciembre
el 25 de diciembre
El 05 de enero
el 31 de diciembre
La lotería de la navidad
Navidad
Nochebuena
Nochevieja
El año nuevo
Día de Reyes
Los Reyes Magos / fin de navidad
Slide 18 - Drag question
¿Cómo celebras tú la Navidad o el Año Nuevo? ¿Qué haces? ¿Con quién(es)?
Slide 19 - Mind map
Las doce uvas de suerte
In Spanje eet je met oud-en nieuw 1 druif tijdens elke klokslag (in totaal 12 klokslagen, totale duur 60 sec).
Soms met succes maar vaak echter zonder succes want gemakkelijk is het niet. (Tío Spanish)
Per klokslag een druif (/rozijn) eten en een wens doen!