5.1 Verbranden_deel 2_zelfstandig_3D

H5 Energie

5.1 Verbranden
1 / 47
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H5 Energie

5.1 Verbranden

Slide 1 - Slide

Les 2 van 5.1
Verbranden

Slide 2 - Slide

Voor vandaag
  • Vorige les LessonUp vragen van beantwoorden
  • Slides doornemen van 5.1 verbranden, deel 2 
  • Eventueel daarna nog 5.1 uit het boek lezen
  • Opdrachten bij 5.1 maken
  • Einde van zelfstandige les

Slide 3 - Slide

Leervragen 5.1 verbranden vorige les 
  1. Een vlam, wat is dat nou eigenlijk? 
  2. Welke soort vlammen zijn er?
  3. Waarom verbrand je brandstof?

Slide 4 - Slide

Wat is GEEN warmtebron?
A
de zon
B
een pan
C
een fohn
D
een houtvuur

Slide 5 - Quiz

Van Kelvin naar Celsius

A
Van Kelvin naar Celsius +273
B
Van Kelvin naar Celsius - 273

Slide 6 - Quiz

Een verbranding is een chemische reactie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Wat is nodig voor de verbranding?
A
Brandstof
B
Brandstof en afvalproducten
C
Brandstof en zuurstof
D
Zuurstof en afvalproducten

Slide 8 - Quiz

Wat is geen brandstof?
A
hout
B
steen
C
vet
D
papier

Slide 9 - Quiz

Wat is volledige verbranding
Een verbranding met ........
zuurstof
A
genoeg
B
te weinig
C
geen
D
lekkere

Slide 10 - Quiz

Hoe meer lucht/zuurstof bij de vlam,
hoe ... de vlam wordt.
A
Blauwer
B
Geler

Slide 11 - Quiz

Als er bij een verbranding koolstofmonoxide ontstaan, is de verbranding...
A
volledig
B
onvolledig

Slide 12 - Quiz

Leervragen 5.1 verbranden deze les
4. Hoeveel warmte leveren brandstoffen?
5. Wanneer gaat de verbranding het snelst?
6. Welke verbrandingen gaan langzaam?

Slide 13 - Slide

  • Ik vertel altijd nog wat bij de dia's.
  • Vind je dus iets vaag/ begrijp je het niet? Pak dan voor extra informatie je leerboek erbij. 
  • Schrijf de dingen die je echt nog niet snapt op, zodat ik later kan helpen hiermee.
Neem de volgende dia's door over 5.1

Slide 14 - Slide

4. Hoeveel warmte leveren brandstoffen?

Slide 15 - Slide

Waarom verbrand je brandstof?
  • Verbranden is een chemische reactie
  • Bij een verbranding komt warmte vrij
  • Warmte is een vorm van energie
  • Door warmte kan je douchen, eten koken enz. 

Slide 16 - Slide

Aardgas
  • Eten koken, douchen, huis verwarmen
  • Hoe anders verwarmen?

Slide 17 - Slide

Verbranden
  • Kaasfondue --> spiritus
  • Camping --> butaan/ propaan (gasfles)
  • Verkeer -- > benzine
  • Elektriciteitscentrale --> steenkool

Slide 18 - Slide

Verbrandingswarmte
De verbrandingswarmte geeft aan hoeveel warmte er vrij komt als je een bepaalde hoeveelheid van een brandstof verbrandt 


Binas tabel 16

Slide 19 - Slide

Verbrandingswarmte
  • Is dus iets wat je kan meten, staat vast per stof
  • Is dit dan een grootheid of eenheid?

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Eenheid verbrandingswarmte
  • Waarin meten we de verbrandingswarmte
  • Warmte is een vorm van energie
  • Energie meten we in JOULE  

Slide 22 - Slide

Eenheid verbrandingswarmte
  • Bij verbrandingswarmte kijken ze hoeveel energie vrij komt per g of per cm3 van een stof
  • Voor vaste stoffen per g
  • Voor vloeistof of gassen er cm3

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Straks nodig bij de opdrachten
In Binas staat verbrandingswarmte in J/cm3
1 L = 1 dm3 = 1000 cm3

Slide 25 - Slide

Verbrandingswarmte

Slide 26 - Slide

MJ naar J
  • Soms komt er zoveel Joule aan energie vrij
  • Ze schrijven dan de energie om van J naar MJ 
  • 1 MJ = 1 00 000 J

Slide 27 - Slide

5. Wanneer gaat de verbranding het snelst?

Slide 28 - Slide

Branddriehoek
Er zijn altijd 3 ingrediënten nodig voor een verbranding:

Slide 29 - Slide

Verbranding versnellen
  1. Hangt af van de soort brandstof --> ene stof brand sneller dan andere stof (denk maar aan hout en spiritus)
  2. Hangt af van de verdeling van de brandstof --> kleine stukje hout brand sneller dan groot blok hout
  3. Verhouding brandstof en zuurstof --> voor elk deeltje brandstof wil je voldoende zuurstof hebben

Slide 30 - Slide

Verhouding
  • Suiker en zuurstof reageren in de verhouding 1 : 12
  • Is voor elke stof anders

Slide 31 - Slide

Wanneer heb je dan een explosie?

Slide 32 - Slide

Wanneer gaat het het snelst?
Als alle deeltjes van de brandstof tegelijk verbranden, er is dan precies genoeg zuurstof.

                            Explosie!

Slide 33 - Slide

Wanneer gaat het het snelst?
Gasmoleculen zijn heel klein en mengen daardoor goed met zuurstof.

Brandbare gassen zijn dus explosief. 

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

Water bij carbid --> reactie waarbij gas ontstaat
Als dat goed wordt gemengd met zuurstof, ontstaat explosie

Slide 36 - Slide

Wanneer gaat het het snelst?
Benzine in auto gaat eerst vernevelen --> kleine druppeltjes

Dan gaat verbranding sneller

Slide 37 - Slide

Wanneer gaat het het snelst?
  • Ook vaste of vloeibare stoffen kunnen exploderen als kleine deeltjes ervan goed mengen met zuurstof. 
  • Denk bijvoorbeeld aan suiker, melkpoeder, meel.  
  • = stofexplosie

Explosie suikerfabriek

Slide 38 - Slide

6. Welke verbrandingen gaan langzaam?

Slide 39 - Slide

Langzame verbranding
  • Een verbranding kan ook langzaam gaan, zonder dat er vuur bij komt 
  • Bedenk zelf eens een voorbeeld?

Slide 40 - Slide

Langzame verbranding
  • Roesten van ijzer
  • Noemen we oxideren = reageren met O2
  • Ook lood, aluminium en zink oxideren
  • Deze metalen reageren met zuurstof zonder dat vuur vrijkomt

Slide 41 - Slide

Langzame verbranding
  • In jouw lichaam vindt continu vebranding plaats, gelukkig geen vuur
  • Welke verbanding?

Slide 42 - Slide

Langzame verbranding
  • Glucose + zuurstof --> water + koolstofdioxide 
  • Komt energie vrij
  • Nodig voor beweging etc. 

Slide 43 - Slide

Reactiesnelheid
Roesten van ijzer                                   Explosie 
langzame reactiesnelheid                Snelle reactiesnelheid

Slide 44 - Slide

Dit waren de dia's over de nieuwe informatie

  • Nog niet helemaal duidelijk? Lees je leerboek 5.1 dan nog weer even door. 
  • Ook als je vastloopt straks bij het maken van de opdrachten, pak je leerboek erbij!

Slide 45 - Slide

Aan de slag
Wat: Maken 5.1 BLZ 43 opdracht 17 t/m 30
Hulp: 1. Boek  2. Directe buurman of buurvrouw 3. Docent
Tijd: 20 min 
Klaar: Nakijken met nakijkboekje (zal ik in lokaal leggen)

Na het 5e uur naar 0.64 komen en aan mij laten zien!

Slide 46 - Slide

Einde van de les
  • Huiswerk: Maken 5.1 BLZ 43 opdracht 17 t/m 30
  • Volgende les: verder met 5.2

Blijf zitten en wacht tot de bel is gegaan. 

Slide 47 - Slide