Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2
This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
De achttiende eeuw
H2 Vrijheid & Revoluties
Slide 1 - Slide
Tijd van regenten en vorsten
1600-1700
Gouden eeuw
Gouden eeuw 1600-1700
De VOC/WIC: handel, schepen.
T
Tijd van pruiken en revoluties
1700-1800
Verlichting, Standenmaatschappij
Pruiken, etiquette
Revoluties, Nederlands Koninkrijk
H2 Vrijheid en revoluties
Slide 2 - Slide
Leerdoelen en planning
In deze les leer je:
Wat absolutisme is.
Wat de rechten en plichten van de drie standen waren.
Hoe het denken over vrijheid veranderde in de achttiende eeuw.
Uitleg lessonup
Theorie lezen (A)
Opdrachten maken (B)
Klaar? + Opdracht (C en D)
Slide 3 - Slide
'gele hesjes'
Protesteren/demonstreren, is dat normaal?
Slide 4 - Slide
www.tiktok.com
Slide 5 - Link
Alle macht aan de koning
In 1661 was Lodewijk XIV (de 14de ) de koning van Frankrijk.
Dure kleren, pruiken, ballet
Iedereen geloofde dat hij de macht van God had gekregen. Niemand twijfelde eraan dat hij goed regeerde.
Grote luxe vanwege zijn status.
Bijnaam: de Zonnekoning
Slide 6 - Slide
Alle macht aan de koning
Zijn manier van regeren heet absolutisme. Dat betekent dat hij de absolute macht had: hij besliste alles zelf en hoefde geen verantwoording af te leggen aan het volk.
Staten-Generaal bestond uit: geestelijken, edelen en rijke burgers. Gaven de koning soms advies.
Ambtenaren voeren besluiten uit
Slide 7 - Slide
Alle macht aan de koning
Slide 8 - Slide
Versailles
Duizenden edelen woonden in Versailles, feesten, kunstenaars,
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Alle macht aan de koning
In 1715 sterfte Lodewijk XIV en liet Franrijk achter als een arm land.
Slide 12 - Slide
Nieuwe ideeën
Het geloof in God en de Kerk was eeuwenlang heel belangrijk.
Als een priester, koning, dominee iets vertelde...
Slide 13 - Slide
Nieuwe ideeën
Standenmaatschappij
Sinds de Middeleeuwen was er een standenmaatschappij:
De geestelijken (eerste stand);
De edelen (tweede stand);
De burgers en boeren (derde stand).
Slide 14 - Slide
Nieuwe ideeën
De geestelijken en edelen hadden veel rechten:
Geen belasting te betalen, terwijl ze vaak rijk waren.
De burgers betalen wel belasting, weinig rechten en de meesten waren heel arm.
Slide 15 - Slide
Nieuwe ideeën
18de eeuw. Franse geleerden als Voltaire, Rousseau, Montesquieu;
Iedereen moest gelijke rechten krijgen.
De koning moet regeren in het belang van iedereen.
Mensen moeten vrij zijn, en hun mening kunnen geven!
Slide 16 - Slide
Nieuwe ideeën
Alle mensen moeten voor zichzelf nadenken.
Nieuwe ideeën werden verspreid onder de bevolking via boeken, tijdschriften, toneelstukken
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Slide 19 - Video
Wat past bij de verlichting?
A
Burgers waren kritisch over kerk, bestuur en samenleving en wilden deze verbeteren.
B
Periode waarin geloof en traditie plaatsmaken voor logische en verstandelijke redeneringen.
C
Periode waarbij de kerk kritisch werd over de koningen.
D
Koningen en edelen werden kritisch over het bestuur en samenleving, de zonnekoning wilde dit verbeteren.
Slide 20 - Quiz
Wat was de bijnaam van Lodewijk XIV?
A
Maankoning
B
Zonnekoning
C
Plutokoning
D
Aardekoning
Slide 21 - Quiz
Werknemers die in dienst zijn van de overheid.
A
Edelen
B
Minister
C
Ambtenaar
D
Boeren en burgers
Slide 22 - Quiz
Edelen
A
Eerste stand
B
Tweede stand
C
Derde stand
Slide 23 - Quiz
Regering waarbij de macht van de vorst door niets wordt beperkt
A
Absolutisme
B
Zonnekoning
C
Standenmaatschappij
D
Versailles
Slide 24 - Quiz
Groep belangrijke geestelijken, edelen en rijke burgers die de koning advies mochten geven.
A
Absolutisme
B
Versailles
C
Standenmaatschappij
D
Staten-Generaal
Slide 25 - Quiz
Werknemers die in dienst zijn van de overheid.
A
Edelen
B
Rijke burgers
C
Standenmaatschappij
D
Ambtenaren
Slide 26 - Quiz
Groep aanzienlijke personen met voorrechten in de samenleving
A
Edelen
B
Rijke burgers
C
Standenmaatschappij
D
Ambtenaren
Slide 27 - Quiz
Heerser over een gebied die opgevolgd wordt door een familielid
A
Dictator
B
Keizer
C
Koning
D
Admiraal
Slide 28 - Quiz
Maatschappij waarin de bevolking is verdeeld in standen met eigen rechten en plichten