2M1 - 9 nov

1 / 28
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

2M1 - Maandag 9 november
Nodig:
- Etui
- Werkboek blz. 29
- Informatieboek blz. 28
- iPad

Slide 2 - Slide

Deze les:
  • Weet je het nog?
  • Bespreken huiswerk
  • Uitleg §2.3
  • Aan de slag

Slide 3 - Slide

Weet je het nog?

Slide 4 - Slide

Wat is industrialisatie?
A
Een periode van grote en snelle verandering door de komst van industrie.
B
Het ontstaan van industrie (fabrieken) in een gebied waar eerst vooral landbouw was.
C
Een speciale dans.
D
Mensen die in fabrieken werken.

Slide 5 - Quiz

Welke uitspraak over de bron is juist? (blauw is landbouw/visserij, rood is industrie en handnijverheid en groen is dienstensector).
A
In 1850 werkten de meeste mensen in de industrie.
B
In 1850 werkten meer mensen in de dienstensector dan in 1900.
C
In 1900 werkten meer mensen in de dienstensector dan in 1850.
D
Geen van de genoemde uitspraken is juist.

Slide 6 - Quiz

In welke sectoren begon de Industriële Revolutie?

A
Handel en nijverheid
B
Handel en landbouw
C
Landbouw en textiel
D
Textiel en handel

Slide 7 - Quiz

Welke sector ontstaat door de komst van de industrialisatie?
A
landbouwsector
B
industriesector
C
informele sector
D
dienstensector

Slide 8 - Quiz

De groei van het aantal stadsbewoners noemen we:
A
suburbanisatie
B
verdorpeling
C
formele sector
D
verstedelijking

Slide 9 - Quiz

Vul het juiste woord in:
Verstedelijking is een ............... van de industrialisatie.
A
oorzaak
B
gevolg

Slide 10 - Quiz

Bespreken huiswerk

Test Jezelf
Opdracht 1 en 3a


Informatieboek blz. 24 en 25
Informatieboek blz. 28 en 29
Werkboek blz. 44
Maandag 9 november - 7e uur

Slide 11 - Slide

Cijfers...
Welke cijfers krijgen jullie nog terug?
  • Presentatie 'isme'
  • Werkstuk slavernij

Toetsen de rest van het jaar?
  • Diagnostische toetsen
  • Misschien later 'echte toetsen', mondeling, opdracht, verslag??
NIEUW
2.3 'De sociale kwestie'

Slide 12 - Slide

Industriële samenleving
Voor het eerst in de geschiedenis!
  • De meerderheid van de bevolking woont in steden en de minderheid van de bevolking woont op het platteland. 
  • De landbouw is niet meer het belangrijkste middel van bestaan. 
  • De meerderheid van de mensen werken in de industrie en de dienstensector

Slide 13 - Slide

Kapitalisme
  • Kapitaal = een groot geldbedrag.
  • Bij kapitalisme is het belangrijkste doel het maken van zo veel mogelijk winst
  • De fabriekseigenaren probeerden op allerlei manieren veel winst te maken. Bijvoorbeeld??
  • En de arbeiders??




Slide 14 - Slide

Wat is de Sociale Kwestie?
De slechte woon- en werkomstandigheden van de arbeiders. 

  • Eind 19e eeuw.
  • Vooral in de steden.
  • De rijken worden rijker, de armen worden armer’

Slide 15 - Slide

Werkomstandigheden
  • Saaaaaaaai (door arbeidsdeling/lopende band)
  • Lange werkdagen (16 uur per dag)
  • Gevaarlijk
  • Lage lonen (bij fouten: loon inhouden)
  • Geen rechten bijvoorbeeld bij ziekte, ongelukken of ouderdom. 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Let op: De weekinkomsten van een mannelijke arbeider
was ongeveer 900 cent (9 gulden)

Slide 18 - Slide

Kinderarbeid
  • Goedkope arbeidskrachten.
  • Ze zijn nog jong: je hebt er nog lang wat aan.
  • Hun kleine handen kunnen beter op plekken tussen machines.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Woonomstandigheden
  • Slechte woningen (snel gebouwd dus: haastige spoed...)
  • Panden die niet als woning zijn bedoeld (zoals kelderwoningen)
  • Dichtbij fabrieken
  • Slechte hygiëne, riolering en watervoorzieningen

Slide 22 - Slide

Wat is de Sociale Kwestie?

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Huiswerk



Paragraaf 2.3
Opdracht 3, 4, 5 en 8
Informatieboek blz. 28 en 29
Werkboek blz. 32  en 33
Donderdag 12 november - 4e uur

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Link

Slide 27 - Video

0

Slide 28 - Video