les 7

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je boek en etui op tafel leggen.
Je laptop nog even in je tas laten zitten.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.
timer
1:00
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je boek en etui op tafel leggen.
Je laptop nog even in je tas laten zitten.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.
timer
1:00

Slide 1 - Slide

Deze les
Terugblik doelen vorige week (en deze week).
Practicum 3 t/m 7.  
Afsluiten; hoe is het deze les gegaan? 

Slide 2 - Slide

Wat weet je nog/al?
• Je kent de symbolen die je gebruikt om een schakelschema te maken.  
• Je kunt het verschil tussen een parallelschakeling en een serieschakeling uitleggen.  
• Je kunt het schakelschema tekenen van een eenvoudige serie- of parallelschakeling.  
• Je kunt uitleggen waarom elektrische apparaten bijna altijd parallel geschakeld worden.  
• Je kunt uitleggen wat er gebeurt als een parallelschakeling zich vertakt.  
  
Voor vwo ook:  
+ Je kunt beschrijven waaruit een gemengde schakeling bestaat. 

Slide 3 - Slide

Welke vragen waren lastig?
Paragraaf 3 is nog lang niet bij iedereen af.
4
8  (lijkt op practicum 4)
Andere vragen fout en nog niet duidelijk waarom? 
Of snap je een vraag nog niet? 
Vraag dan zo tijdens het maken van de opdrachten nog even om extra uitleg.

Slide 4 - Slide

Practicum 3 t/m 7 blz 175 t/m 183 
Noteer de antwoorden in je werkboek.
Vandaag: 
-Eerst (waar nodig) practicum 4 afmaken (hv2b).
-Daarna maken practicum  5 en 6.
Klaar? Maak eerst paragraaf 3 af en begin vast aan 4.
-Eind van de les bespreken we klassikaal nog even de gevonden antwoorden (Quiz).

Slide 5 - Slide

timer
5:00
Leerdoelen:
• Je kent de symbolen die je gebruikt om een schakelschema te maken.  
• Je kunt het verschil tussen een parallelschakeling en een serieschakeling uitleggen.  
• Je kunt het schakelschema tekenen van een eenvoudige serie- of parallelschakeling.  
• Je kunt uitleggen waarom elektrische apparaten bijna altijd parallel geschakeld worden.  • Je kunt uitleggen wat er gebeurt als een parallelschakeling zich vertakt.  
  
Voor vwo ook:  
+ Je kunt beschrijven waaruit een gemengde schakeling bestaat. 
Kun je bereiken door:
Paragraaf 3 te bestuderen en te maken practicum 3 t/m 7 blz 175 t/m 183.  
Vandaag practicum 4 (afmaken), 5 en 6. 
Ga daarna verder met de opdrachten van paragraaf 3 (havo 1 t/m 9  vwo 1 t/m 11)
                                            Klaar? Begin dan vast aan paragraaf 4. 
Eind van de les de gevonden antwoorden klassikaal te bespreken.

Slide 6 - Slide

Afsluiting.
Hoe ver ben je gekomen? 
Practicum 4, wat heb je er van geleerd (of wat wist je al) ?
Practicum 5, wat heb je er van geleerd (of wat wist je al) ?
Practicum 6, wat heb je er van geleerd (of wat wist je al) ?

Een paar vragen (7) om je antwoorden te controleren.
Leg je boek dus open bij blz 178

Slide 7 - Slide

1. Over proef 4.
Als je de schakelaar in deze parallelschakeling meteen na de spanningsbron zet dan.
A
Gaan alle drie de lampjes tegelijk aan of uit
B
Gaan twee van de drie lampjes tegelijk aan of uit
C
Gaat een van de drie lampjes aan of uit
D
Gaat alleen het eerste lampje aan of uit.

Slide 8 - Quiz

2. Over proef 4.
Het voordeel van een parallelschakeling is dat:
A
Je in 1 keer alle lampjes aan en uit kunt doen.
B
Dat je ieder lampje afzonderlijk aan of uit kunt zetten.
C
Deze schakeling minder stroom gebruikt.
D
Dat je minder snoeren nodig hebt dan bij een serieschakeling

Slide 9 - Quiz

3. Over proef 5 (blz 180).
Waar was de stroomsterkte het grootst?
A
Voor lampje 1.
B
Tussen lampje 1 en 2.
C
Na lampje 2.
D
Hij was overal even groot.

Slide 10 - Quiz

4. Over proef 5. (blz 180)
Welke eenheid moest je gebruiken bij vraag 2?

A
Spanning
B
Stroom
C
Ampère
D
Volt

Slide 11 - Quiz

5. Over proef 6. (blz 181)

De spanning over lampje 1 is ..
A
Zelfde als over lampje 2
B
Het dubbele van lampje 2
C
De helft van lampje 2

Slide 12 - Quiz

6. Over proef 6 vraag 3. (blz 181)

De spanning over lampje 1 en 2 samen is ..
A
Zelfde als over lampje 2
B
De helft van lampje 1
C
De helft van lampje 2
D
De spanning bij lampje 1 + de spanning bij lampje 2.

Slide 13 - Quiz

7. Schakelschema.

Welk symbool geeft de stroommeter aan?
A
B
C
D

Slide 14 - Quiz

Volgende les verder met practicum (3 t/m 7).
Ga je thuis nog wat doen om de doelen te bereiken? Zo ja, wat?

Genoteerd wat je thuis gaat doen?  

Pak dan je tas in en wacht nog even rustig op je eigen plek tot het tijd is.

Slide 15 - Slide

spinners per klas 
       hv1a                       hv1b                           hv2a                         hv2b

Slide 16 - Slide