What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
2022_week23_2ha_les1_K6L1 werden 1
1 / 38
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
38 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Du hast 2 min für:
dich zu setzen
Jacke aus
Köpfhörer sind weg
Handys in die Taschen
Laptop liegt auf dem Tisch(und ist zu)
Schulsachen sind auf dem Tisch (Buch, Laptop, Heft, Stift usw.)!
timer
2:00
Slide 2 - Slide
Am Ende der Stunde...
... kannst du
werden
übersetzen.
... kannst du die Formen von
werden
verwenden.
Programm
Was bedeutet
werden
?
Formen:
haben, sein,
werden
An die Arbeit
Abschluss
Slide 3 - Slide
Bekijk de zinnen:
Welke 2 betekenissen heeft het werkwoord
werden
in het Nederlands?
timer
1:00
Marie wird 16 Jahre alt.
Dieser Kakao wird in Ecuador produziert.
Mario wird sicher Profi-Fußballer!
Natürlich werde ich meine Hausaufgaben machen!
Wir werden im Sommer nach Berlin fahren.
Am Wochenende werden wir ins Schwimmbad gehen.
Slide 4 - Slide
Welke 2 betekenissen heeft het werkwoord WERDEN in het Nederlands?
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Slide
Ich
werde
verrückt!
Das
werde
ich nicht machen.
Wirst
du die Pizza noch essen?
Moritz will Lehrer
werden
.
Sally
wird
nach Berlin fahren.
Mein nächstes Auto
wird
ein VW.
worden
worden
worden
zullen (gaan)
zullen (gaan)
zullen (gaan)
Slide 7 - Drag question
2x gaan:
werden
of
gehen
?
werden
: zullen, gaan ..., van plan zijn
gehen
: ergens naartoe
Morgen ga ik je bellen.
Gaan we nog afspreken?
Morgen ga ik naar oma.
Gaan we nog naar de IKEA?
werden
werden
gehen
gehen
Slide 8 - Drag question
Haben, sein
& werden
Formen
Slide 9 - Slide
Maak de juiste combinaties
sleep de werkwoorden naar het juiste persoonlijk voornaamwoord op de volgende dia's
Slide 10 - Slide
Het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben
Slide 11 - Drag question
Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
Slide 12 - Drag question
Het werkwoord werden
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
werde
wirst
wird
werden
werdet
werden
Slide 13 - Drag question
ich
du
er, sie, es
wir
ihr
sie, Sie
werden -> uitzondering
_______
en ______
zijn
onregelmatig
. De rest van het werkwoord is
regelmatig
!
Let op de exta 'e'.
Slide 14 - Slide
ich
du
er, sie, es
wir
ihr
sie, Sie
e
en
t
en
werden -> uitzondering
werd
wirst
wird
werd
werd
werd
e
Slide 15 - Slide
werden (ich)
A
werde
B
wirde
C
werd
D
wird
Slide 16 - Quiz
werden (ihr)
A
wirdet
B
werd
C
werdet
D
werdt
Slide 17 - Quiz
werden (du)
A
werdest
B
wirst
C
wirdst
D
wirdest
Slide 18 - Quiz
werden (Thomas)
A
werdet
B
wirst
C
werdest
D
wird
Slide 19 - Quiz
werden (du)
Slide 20 - Open question
werden (Sie)
Slide 21 - Open question
Hoe goed begrijp je "werden" nu?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 22 - Poll
Zum Abschluss: ein süßer Test...
Slide 23 - Slide
1 min: leren
timer
1:00
werden
ich
werde
du
wirst
er, sie, es
wird
wir
werden
ihr
werdet
sie, Sie
werden
Slide 24 - Slide
Ein süßer Test...
Slide 25 - Slide
Haben oder sein oder werden?
Slide 26 - Slide
Ihr ....... das jetzt sagen!
A
seid
B
werdet
C
habt
Slide 27 - Quiz
Ariane ............... noch in der Schule.
A
ist
B
wird
C
hat
D
hast
Slide 28 - Quiz
.............. du morgen 10 oder 14 ?
A
wirdst
B
wirst
C
bist
D
hast
Slide 29 - Quiz
Ich warte auf Anna. Sie .......... mein Biologiebuch.
A
hat
B
ist
C
wird
Slide 30 - Quiz
.............. deine Eltern geschieden?
A
Werden
B
Sind
C
Haben
D
Hat
Slide 31 - Quiz
Warum ................ ihr um acht Uhr weggegangen ?
Slide 32 - Open question
Das Baby .............. einen schönen Namen. Nicht wahr?
Slide 33 - Open question
Nein, wir ............... nicht zurück kommen.
Slide 34 - Open question
Abschluss
NIET inpakken - luisteren
:
na startsignaal: inpakken
wel blijven zitten - stil
dan afsluiting door docente!
dan: klaar :)
timer
1:00
Slide 35 - Slide
Samenvatting
: WERDEN
ich
du
er, sie, es
wir
ihr
sie, Sie
werde
wirst
wird
werden
werdet
werden
werden
heeft 2 betekenissen:
worden
zullen/van plan zijn/gaan ...
Vertalen van
gaan
:
werden = van plan zijn, zullen
gehen = ergens naartoe
Slide 36 - Slide
Nächste Stunde
Wiederholen - Bedeutung (gehen - worden, zullen)
zelfstandig werken (haben, sein, werden)
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Video
More lessons like this
2v_K6L2_C werden 1
June 2021
- Lesson with
23 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
werden üben
September 2021
- Lesson with
34 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
1 Di 5-09-22 K1 L1 haben/sein/werden
September 2023
- Lesson with
11 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
4M - L3 P1 - hulpwerkwoorden
September 2024
- Lesson with
43 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2,3
1. 9. 3 vm- werden
April 2022
- Lesson with
12 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo, havo
Leerjaar 2
4M - L2 P1 - hulpwerkwoorden
September 2021
- Lesson with
43 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2,3
1 Di 5-09-22 K1 L1 haben/sein/werden
September 2023
- Lesson with
12 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Ma 26-08-24 K1 L1 haben/sein/werden
August 2024
- Lesson with
12 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4