3TL Les 2: Verzekeren

Inloop
-Pak je laptop
-Inloggen in LessonUp




1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Inloop
-Pak je laptop
-Inloggen in LessonUp




Slide 1 - Slide

Les 2
H4,6: Verzekeren

Slide 2 - Slide

Lesplanning
Leerdoel: 
Terugblik:                                                                         (5min)       
Voorkennis:  NVT                                                          (0min)
Instructie: Verzekeren  deel 2                                (10min)
Begeleid inoefenen:  Promille en vraag 6         (5min)                                           
Zelfstandig oefenen: Vraag 7 en 8                     (15min)
Huiswerk: Vraag 6 t/m 8
Evaluatie:                                                                           (5min)

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
1. Ik kan de verschillende soorten verzekeringen benoemen

2. Ik kan met met promille rekenen

3. Ik kan de waarde van een verzekering berekenen


Slide 4 - Slide

Terugblik
Zijn de volgende stellingen juist of onjuist?

Slide 5 - Slide

Materiele schade is schade die in geld is uitgedrukt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

De verzekeraar is iemand die een verzekering neemt
Dit heet de verzekerde
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Een polis is het bewijs dat je verzekerd ben.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

In de polisvoorwaarden staat welke schades worden vergoed en welke schades niet worden vergoed.
Een premie is de prijs van de verzekering
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

De premie is hoeveelheid geld die je krijgt als je een ongeluk krijg
Een premie is de prijs van de verzekering
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Als je een hogere eigen risico hebt, betekent dat je een hogere premie betaalt.
Je betaalt het eerste deel van de schade zelf met het eigen risico. Hierdoor ontvang je minder geld van de verzekering, en daarom betaal je een lagere premie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Voorkennis
NVT

Slide 12 - Slide

Instructie (1/3)


Je hebt verschillende soorten verzekeringen:
-Reisverzekering
-Zorgverzekering
-Woonverzekeringen (opstal en inboedel verzekeringen)
-AVP (aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren)
-Motorvoertuigenverzekering (auto's, brommers, motoren en boten)
Verzekeringen vergoeden de materiele schade die het gevolg is van een onzeker voorval

Slide 13 - Slide

Instructie (2/3)
We gaan deze video kijken om meer informatie over deze soorten verzekeringen te krijgen.

Slide 14 - Slide

Instructie (3/3)
Hoe bereken we de waarde van deze verzekeringen?
Vaak werken de verzekeraars met promille.

Promille betekent letterlijk per duizend
2% van 10000 = 10000 : 100 x 2 = 200

2‰ van 10000 = 10000 : 1000 x 2 = 20

Slide 15 - Slide

Geef de berekening en het antwoord:
1,5‰ van 150000

Slide 16 - Open question

Geef de berekening en het antwoord:
4,2‰ van 320000

Slide 17 - Open question

Begeleid inoefenen
Blz 136

Slide 18 - Slide

Zelfstandig oefenen
Maak nu vraag 7 en 8 op blz 137 van hoofdstuk 4 paragraaf 6


Klaar? Dan mag je een boek lezen of rustig op je laptop 
gamen


timer
15:00

Slide 19 - Slide

Huiswerk
Vraag 6 t/m 8 op blz 136 en 137 van hoofdstuk 4 paragraaf 6


Slide 20 - Slide

Evaluatie
Wat vonden jullie van de les?


Wat vond ik van de les?


Wat kunnen we anders doen?

Slide 21 - Slide

Lesafsluiting






Volgende les: PO Verzekeren

Slide 22 - Slide