What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Mercredi 22 septembre
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
23 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Doelen van deze les
- Je maakt kennis met de ww de futur proche en de futur (simple) en je hebt hiermee geoefend
- Je gaat oefenen met leesvaardigheid met examenteksten en leçon 3
-Je hebt voca 3 geleerd
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
aller
=
gaan
Sleep de juiste vorm van aller naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle
nous
vous
ils/elles
tu
je
allons
vont
vais
allez
vas
va
Slide 5 - Drag question
welke zin staat in de futur proche?
A
Monique et Pierre vont à Paris.
B
Monique et Pierre sont allés à Paris.
C
Monique et Pierre vont aller à Paris.
D
Monique et Pierre va aller à Paris.
Slide 6 - Quiz
Welke zin staat niet in de futur proche?
A
Tu as mangé une pizza.
B
Tu vas manger une pizza.
C
Vous allez manger une pizza.
D
Nous allons manger une pizza.
Slide 7 - Quiz
Zet de woorden op de juiste volgorde in de zin
Onderwerp
vorm van aller
hele ww
rest v.d. zin
Ils
vont
acheter
des pantalons
Slide 8 - Drag question
Zet het werkwoord in de futur proche:
Elle [ manger ]
A
Elle aller manger
B
Elle va manger
C
Elle vais manger
D
Elle va mange
Slide 9 - Quiz
Zet in de futur proche:
je regarde une série.
A
je vas regarder une série.
B
je vais regarder une série.
C
je vais regarde une série
D
j'aller regarder une série.
Slide 10 - Quiz
parler, futur proche:
il ...
Slide 11 - Open question
attendre, futur proche:
nous ...
Slide 12 - Open question
choisir, futur proche:
vous ...
Slide 13 - Open question
prendre,utur proche:
elles........
Slide 14 - Open question
ik begrijp nu de futur proche.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 15 - Poll
Futur simple
Wat is de futur simple?
De toekomende tijd. Iets verder in de toekomst.
Weken, maanden tot jaren.
Hoe maak je de futur simple?
Hele werkwoord + uitgangen futur simple
Let op: in het Nederlands vertaal je de futur simple met
zullen
Slide 16 - Slide
Futur
Slide 17 - Slide
Je
choisir
Tu
choisir
Elle
choisir
Nous
choisir
Vous
choisir
Ils
choisir
Travailler au futur simple
ai
as
a
ons
ez
ont
Slide 18 - Drag question
je ________ (danser -futur)
A
danse
B
danserai
C
dansais
D
ai dansé
Slide 19 - Quiz
vous ________ (finir -futur)
A
finirez
B
finissez
C
finiez
D
avez fini
Slide 20 - Quiz
tu ________ (descendre -futur)
A
descenda
B
descendreas
C
descendrai
D
descendras
Slide 21 - Quiz
ik begrijp nu de futur (simple).
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 22 - Poll
Maintenant
- pratiquez avec grammaticatrainer leçon 4
- pratiquez pour le leestoets (teksten 5 en 6)
-finir la leçon 3
- notez les devoirs: se préparer à l´examen de lecture!!!
Slide 23 - Slide
More lessons like this
UNITE 4 leçon 1
May 2021
- Lesson with
30 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Herhaling klas 2
August 2020
- Lesson with
33 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Herhaling grammatica (présent, p.c, futur simple + proche)
March 2020
- Lesson with
31 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Aller et le futur proche
March 2020
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Herhaling grammatica (présent, p.c, futur simple + proche)
May 2023
- Lesson with
24 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Futur proche + Futur simple (H2)
June 2020
- Lesson with
22 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Futur en futur proche
May 2021
- Lesson with
51 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
VTD LES 3 KLAS 2
March 2023
- Lesson with
24 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2