H3.6 - Oefentoets Taalverzorging

WELKOM 1KM
👨‍🏫 DIT GAAN WE VANDAAG DOEN
Hoofdstuk 3 – Taalverzorging SO  oefenen
Aan het einde van de les: 
  • kun je een persoonsvorm vinden
  • kun je het onderwerp vinden
  • weet je wat lidwoorden zijn
  • weet je wat zelfstandig naamwoorden zijn
  • kun je werkwoorden in de tt goed schrijven

Log vast in bij LessonUp.app



👨‍🏫 Volgorde van de les
1- LEZEN (10 minuten)
2- ZELFSTANDIG WERKEN 
   



Belangrijke mededelingen


1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

WELKOM 1KM
👨‍🏫 DIT GAAN WE VANDAAG DOEN
Hoofdstuk 3 – Taalverzorging SO  oefenen
Aan het einde van de les: 
  • kun je een persoonsvorm vinden
  • kun je het onderwerp vinden
  • weet je wat lidwoorden zijn
  • weet je wat zelfstandig naamwoorden zijn
  • kun je werkwoorden in de tt goed schrijven

Log vast in bij LessonUp.app



👨‍🏫 Volgorde van de les
1- LEZEN (10 minuten)
2- ZELFSTANDIG WERKEN 
   



Belangrijke mededelingen


Slide 1 - Slide

Hoe vind je het onderwerp van een zin?
A
Maak er een vraagzin van.
B
Wie of wat + persoonsvorm
C
Waar + persoonsvorm
D
Wie of wat + gezegde

Slide 2 - Quiz

Wat is de persoonsvorm?

De kat heeft bij ons in de tuin gepoept.

A
de tuin
B
de kat
C
heeft
D
heeft gepoept

Slide 3 - Quiz

De kat heeft bij ons in de tuin gepoept.

Slide 4 - Mind map

Wat is het gezegde?

Na lang zoeken heeft mevrouw Veldhuis haar schoen gevonden onder de bank.
A
heeft
B
Mevrouw Veldhuis
C
haar schoen
D
heeft gevonden

Slide 5 - Quiz

Na lang zoeken heeft mevrouw Veldhuis haar schoen gevonden onder de bank.

Slide 6 - Mind map

Wat is het onderwerp in deze zin?

Vandaag heeft Joop Chris geholpen met het vinden van hun hond Rakker.
A
Joop
B
Chris
C
hun hond Rakker
D
heeft

Slide 7 - Quiz

LIDWOORDEN
ZELFSTANDIG NAAMWOORDEN
Sleep de juiste woorden naar de juiste plek
De oranje mandarijn is lekkerder dan 
het groene druifje.
ANDERS
oranje
mandarijn
De
het
groene
druifje

Slide 8 - Drag question

Dit zijn allemaal zelfstandig naamwoorden:
Bus - Arnhem - lekke - band

Slide 9 - Poll

Dit zijn allemaal zelfstandig naamwoorden:
fietsen - mollen - plaaggeest - Kerstmis

Slide 10 - Poll

Wanneer schrijf je altijd een IK-vorm?
(Er zijn 2 antwoorden mogelijk)
A
Als het woord IK het onderwerp van de zin is
B
Als alles behalve IK het onderwerp in de zin is
C
Als JE of JIJ het onderwerp van de zin is
D
Als JE of JIJ achter de persoonsvorm staat

Slide 11 - Quiz

Vul het goede woord in:
De brandweer ....... de hele tijd voor de grap gebeld.
A
word
B
wordt

Slide 12 - Quiz

Vul het goede woord in:
Mijn oma ..... iedere zondag een kaarsje in de kerk.
A
brand
B
brandt

Slide 13 - Quiz

Vul het goede woord in:
Ik ...... de materialen uit de vrachtwagen.
A
laad
B
laadt
C
laat

Slide 14 - Quiz

Vul het goede woord in:
Wanneer ..... jij jouw excuses aan?
A
bied
B
biedt
C
biet

Slide 15 - Quiz

Weet jij hoe je het onderwerp van een zin kunt vinden?

Slide 16 - Poll

Weet jij hoe een een zelfstandig naamwoord kunt vinden?

Slide 17 - Poll

Weet jij hoe je werkwoorden in de tegenwoordige tijd goed schrijft?

Slide 18 - Poll

ZELFSTANDIG WEKREN
👨‍🏫 Volgorde van de les
1- INSTRUCTIE
2- ZELFSTANDIG WERKEN 


📝 HUISWERK
H3 – Taalverzorging - blz. 84 + 85 
Maak opdracht 1 + 2 

LET OP: bij opdracht 1 moet je de hele vraag opschrijven. Doe het zo:
1- Wie of wat verdeelt? Esther

KLAAR? Laat de opdrachten nakijken.
👍 Je weet nu 
  • Wat een onderwerp is.
  • Hoe je een onderwerp kunt vinden.
timer
1:00

Slide 19 - Slide