Belangrijke schoolwoorden
Omcirkelen: Zet een cirkel/ rondje om het goed antwoord
Onderstrepen: Zet een streep onder het goede antwoord
Doorstrepen: Zet een streep door het foute antwoord
Aankruisen: Zet een kruis(je) voor, bij het goede antwoord
Doorkruisen: Zet een kruis(je) door het foute antwoord
Aanvinken: Zet een vinkje (check) voor, bij het goede antwoord
Invullen: Vul het antwoord in