Hindoestanen geloven in reïncarnatie waarbij je na de dood weer op aarde terugkeert in een ander lichaam.
Dit kan een mensenlichaam zijn, maar ook een dier of zelfs een plant.
Andersom kan een dier een gereïncarneerd mens zijn.
Hindoestanen zien alle levende wezens als een deel van God; doden van een levend wezen betekent dus het beschadigen van deze God. In de praktijk komt het erop neer dat vooral veel oudere Hindoes vegetariër zijn.
Zij eten dus geen vlees of vis.
Niet-vegetarische Hindoes eten geen rund- of kalfsvlees, want juist de koe wordt als een heilig dier beschouwd.