toets stevigheid en beweging

Oefentoets 
Stevigheid en beweging
1 / 42
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1-3

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Oefentoets 
Stevigheid en beweging

Slide 1 - Slide

Je ziet hiernaast het skelet van een mens. Geef de naam van nummer 18.
A
opperarmbeen
B
scheenbeen
C
sleutelbeen
D
dijbeen

Slide 2 - Quiz

Je ziet hiernaast het skelet van een mens. Geef de naam van nummer 25.
A
opperarmbeen
B
scheenbeen
C
sleutelbeen
D
dijbeen

Slide 3 - Quiz

Je ziet hiernaast het skelet van een mens. Geef de naam van nummer 12.
A
opperarmbeen
B
spaakbeen
C
sleutelbeen
D
ellepijp

Slide 4 - Quiz

Welke van de antwoorden is/zijn een functie van het skelet? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Stevigheid
B
Vertering
C
Ontspanning
D
Beweging mogelijk maken

Slide 5 - Quiz

Welke van de volgende botten is een van de platte beenderen in het lichaam?
A
Ellepijp
B
Kuitbeen
C
Heupbeen
D
Middenhandsbeen

Slide 6 - Quiz

In welke beenderen vind je geel beenmerg?
A
In platte beenderen
B
In pijpbeenderen
C
In platte- én pijpbeenderen

Slide 7 - Quiz

Hoe noem je de beenverbinding tussen de schedelbeenderen?
A
Naad
B
Vergroeiing
C
Gewricht
D
Kraakbeen

Slide 8 - Quiz

Als een spier zich aanspant, wordt deze langer.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Pezen kunnen samentrekken
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Kapselbanden helpen om botten op hun plaats te houden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Je ziet hiernaast het skelet van een mens. Geef de naam van nummer 13.
A
opperarmbeen
B
spaakbeen
C
sleutelbeen
D
ellepijp

Slide 12 - Quiz

Kijk goed naar de afbeelding. Welk nummer stelt botcellen voor?
A
nr 1
B
nr 2
C
nr 3

Slide 13 - Quiz

De botten van baby's bestaan hoofdzakelijk uit ..
A
kalk
B
lijmstof

Slide 14 - Quiz



De botten van baby's zijn ..
A
bijna niet breekbaar
B
heel makkelijk breekbaar

Slide 15 - Quiz

De botten van bejaarden bestaan hoofdzakelijk uit ..
A
kalk
B
lijmstof

Slide 16 - Quiz

De botten van bejaarden zijn ..
A
bijna niet breekbaar
B
heel makkelijk breekbaar

Slide 17 - Quiz

Je ziet hier een afbeelding van een schedel van een mens. Nummer 6 is..
A
voorhoofdsbeen
B
bovenkaak
C
onderkaak
D
neusbot

Slide 18 - Quiz

In dit skelet van een babyhoofd zie je 3 delen in de schedel, omlijnd door "witte lijnen" .
In een volwassen schedel is dit weg en een complete schedel geworden. Hoe de verbinding waardoor de schedeldelen aan elkaar zitten?
A
naadverbinding
B
vergroeiïng
C
gewricht

Slide 19 - Quiz

Je ziet hier een gewricht. Nummer 3 is..
A
bot
B
beenweefsel
C
kraakbeen
D
gewrichtssmeer

Slide 20 - Quiz

Als je een beweging maakt, heb je altijd ten minste 2 spieren nodig. Hoe heet het mechanisme om met 2 spieren een beweging te kunnen maken?
A
tegengestelde beweging
B
antagonisme
C
gonistische beweging
D
samenwerkign

Slide 21 - Quiz

Een spier zit aan het bot vast met..
A
de spierbuik
B
de pezen
C
de spiervezels
D
het spiervlies

Slide 22 - Quiz

Je ziet hier een beetje een ongelukkig persoon, zijn schouder is erg pijnlijk. Er is sprake van een
A
gebroken schouder
B
een ontwrichtte schouder

Slide 23 - Quiz

Kijk goed naar de röntgenfoto. Deze enkel ziet er niet goed uit. Wat is er aan de hand?
A
de enkel is ontwricht
B
de enkel is op 1 plaats gebroken
C
de enkel is op 2 plaatsen gebroken
D
de enkel is gekneusd

Slide 24 - Quiz

Als je een blessure op loopt moet deze behandeld worden. Wat is de eerste stap die gedaan moet worden bij een blessure en waarom.
A
de gevoelige plek moet je verbinden, dit geeft steun
B
de gevoelige plek moet je koelen, dit voorkomt zwelling
C
de gevoelige plek moet je verbinden, dit voorkomt zwelling
D
de gevoelige plek moet je goed masseren, dit voorkomt verdere pijn

Slide 25 - Quiz

bij een ontwrichting
A
schiet de gewichtkogel uit de gewrichtskom
B
is er een kneuzing van het gewricht
C
is er een verzwikking van het gewricht

Slide 26 - Quiz

Wat doe je NIET bij een kneuzing?
A
drukverband
B
been omhoog houden
C
in het gips
D
koelen

Slide 27 - Quiz

Wat is een kneuzing?
A
Beschadiging van bovenhuids bindweefsel
B
Beschadiging van de spieren
C
Beschadiging van de pezen
D
Beschadiging van onderhuids bindweefsel

Slide 28 - Quiz

Wat moet je als eerste doen bij een kneuzing?
A
Blijven bewegen
B
Rekken
C
Gipsverband
D
Koelen

Slide 29 - Quiz

wat is een ontsteking
A
is een reactie van je lichaam op een infectie
B
is een ziekte die je maar 1 x kunt krijgen
C
is een infectie
D
is een erfelijke ziekte

Slide 30 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een belastende houding?
A
iets pakken waar je bij kunt
B
zware dingen tillen
C
bollen pellen
D
afwisselen in werkzaamheden

Slide 31 - Quiz


Is de houding van dit meisje juist?
A
Ja, haar rug is recht
B
Ja, haar telefoon is laag
C
Nee, haar rug is krom
D
Nee, haar nek is krom

Slide 32 - Quiz

Wie heeft de juiste houding?
A
Persoon 1
B
Persoon 2
C
Persoon 3
D
Niemand, je moet op een stoel met leuning zitten.

Slide 33 - Quiz

Waarom is een goede houding belangrijk?
A
om rugklachten te voorkomen
B
om er mooi uit te zien
C
om sterker te worden
D
om zo lang mogelijk te zijn

Slide 34 - Quiz

Welke hoort niet bij een goede houding?
A
Armleuning gebruiken
B
Zit rechtop
C
Hele zitting gebruiken
D
Benen over elkaar

Slide 35 - Quiz

Wat is het belang van een goede houding?
A
Een goede houding voorkomt hart- en vaatziekten.
B
Een goede houding voorkomt hoofdpijn en rugklachten.
C
Een goede houding zorgt voor meer spierkracht.
D
Een goede houding zorgt voor betere concentratie.

Slide 36 - Quiz

Door een slechte houding kan de wervelkolom scheef gaan staan
A
B
C
Waar
D
Niet waar

Slide 37 - Quiz

Welke vorm moet je ruggengraat hebben?
A
Dubbele-B
B
Dubbele-T
C
Dubbele-S
D
Dubbele-W

Slide 38 - Quiz

Waarom heeft je ruggengraat een s vorm?
A
dan is hij flexibeler
B
Dan kan hij beter schokken opvangen

Slide 39 - Quiz

Wat wordt er beschermd door de wervelkolom, ruggengraat?
A
Darmen
B
Hersenen
C
Zenuwen
D
Spieren

Slide 40 - Quiz

Je ruggengraat kan bewegen, dit komt door verbindingen van:
A
kraakbeen
B
gewrichten
C
gewrichtssmeer
D
gewrichtsbanden

Slide 41 - Quiz

einde van de toets
de uitslag krijg je later

Slide 42 - Slide