What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Adverbs-Adjectives
ADVERBS & ADJECTIVES
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
ADVERBS & ADJECTIVES
Slide 1 - Slide
Adjectives
Een adjective is een bijvoeglijk naamwoord.
Een
bijvoeglijk naamwoord
gebruik je om iets of iemand
te omschrijven. Een bijvoeglijk naamwoord wordt vaak gevolgd door een
zelfstandig naamwoord
.
That is an
amazing
girl
.
I think he is a
terrible
football player
.
Slide 2 - Slide
Adverb
Een adverb is een bijwoord.
Een
bijwoord
gebruik je om aan te geven HOE iemand iets doet.
Een
bijwoord
vertelt iets over:
1. Een
werkwoord
Mary
sings
wonderfully
.
Frank
quickly
mailed
her back.
Slide 3 - Slide
Adverb
Een
bijwoord
gebruik je om aan te geven HOE iemand iets doet.
Een
bijwoord
vertelt iets over:
2. Een ander
bijwoord
My grandparents live in a
extremely
big
house.
This is a
terribly
dark
room.
Slide 4 - Slide
Adverb
Een
bijwoord
gebruik je om aan te geven HOE iemand iets doet.
Een
bijwoord
vertelt iets over:
- een
werkwoord
The children
protested
loudly
.
My sister
walked
in
proudly
.
Slide 5 - Slide
Adverb
Een
bijwoord
gebruik je om aan te geven HOE iemand iets doet.
Een
bijwoord
vertelt iets over:
-
de hele zin
Luckily
,
the bus was on time
.
Unfortunately
,
I lost my watch
.
Slide 6 - Slide
Adverb
Een
bijwoord
maak je door
-ly
achter het
bijvoeglijk naamwoord
te zetten.
sure
+ ly
=
surely
quick
+ ly
=
quickly
beautiful
+ ly =
beautifully
Slide 7 - Slide
Adverb
Een
bijwoord
maak je door
-ly
achter het
bijvoeglijk naamwoord
te zetten. Let op! Er zijn uitzonderingen:
good
>
well
happy
>
happily
fast
>
fast
probable
>
probably
realistic
>
realistically
Slide 8 - Slide
maak een bijwoord van:
slow
Slide 9 - Open question
maak een bijwoord van:
funny
Slide 10 - Open question
maak een bijwoord van:
bad
Slide 11 - Open question
maak een bijwoord van:
good
Slide 12 - Open question
Fill in the correct word:
I studied for my English test............
A
serious
B
seriously
Slide 13 - Quiz
Fill in the correct word:
My skin feels...........
A
soft
B
softly
Slide 14 - Quiz
Fill in the correct word:
This is a ........scary movie.
A
terrible
B
terribly
Slide 15 - Quiz
Fill in the correct word:
A lion runs.....
A
fast
B
fastly
Slide 16 - Quiz
Fill in the correct word:
I know my Geography test .......
A
good
B
well
Slide 17 - Quiz
Fill in the correct word:
My new phone has a..............design.
A
beautiful
B
beautifully
Slide 18 - Quiz
More lessons like this
Adverbs-Adjectives
3 days ago
- Lesson with
18 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
2VE Adjectives + Adverbs
June 2022
- Lesson with
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 2
Bijwoorden & bijvoeglijke naamwoorden
October 2023
- Lesson with
26 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 2-4
Bijwoorden & bijvoeglijke naamwoorden
December 2023
- Lesson with
31 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 2-4
Bijwoorden & bijvoeglijke naamwoorden
19 days ago
- Lesson with
25 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 2-4
Adjectives and Adverbs
19 days ago
- Lesson with
27 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 2-4
Bijwoorden & bijvoeglijke naamwoorden THA
October 2024
- Lesson with
32 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 2-4
Bijwoorden & bijvoeglijke naamwoorden
March 2024
- Lesson with
27 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3