Havo 4 - Periode 2 - Herhaling en toepassing paragraaf 3 en 4

Havo 4
periode 2

Herhaling en toepassing paragraaf 3 en 4
1 / 38
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Havo 4
periode 2

Herhaling en toepassing paragraaf 3 en 4

Slide 1 - Slide

Plaats de landschapszones op de juiste volgorde. 
1 = laagste breedte. 9 = hoogste breedte
1
2
3
4
5
6
7
8
9
polaire zone - ijskappen
savanne
subtropische zone
steppe
woestijn
tropisch regenwoud
gematigde zone met loofbomen
toendra
boreale zone

Slide 2 - Drag question

Welke landschapszone wordt hier in het groen afgebeeld?

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Slide

Welke landschapszone zie je hier?

Slide 5 - Open question

Welke landschapszone zie je hier?

Slide 6 - Open question

Welke landschapszone zie je hier?

Slide 7 - Open question

Plaats de kenmerken bij de bijpassende landschapszone
Savanne
Regenwoud
Steppe
Toendra
Boreale zone
Gematigde zone
zomers niet heel warm en winters niet heel koud
nooit warmer dan 10 graden maar wel een paar maanden boven de 0
Hier regent het jaarlijks tussen de 200 en 400 mm
Altijd warmer dan 18 graden en altijd neerslag
Koude winters, warme zomers
Altijd warmer dan 18 graden en neerslag maar wel met een droge periode

Slide 8 - Drag question

Uit welke 2 landschappen bestaat de 'aride zone'?

Slide 9 - Open question

Op deze plekken op aarde bevinden zich de landschappen van de aride zone:
A
bij de 30 graden NB en ZB en aan de loefzijde van gebergten
B
bij de 60 graden NB en ZB en aan de lijzijde van gebergten
C
bij de 30 graden NB en ZB en aan de lijzijde van gebergten
D
bij de 90 graden NB en ZB en aan de loefzijde van gebergten

Slide 10 - Quiz

Waarom komt de boreale zone op het zuidelijk halfrond niet voor?

Slide 11 - Open question

Toepassing van de leerstof van paragraaf 3 en 4 

... met behulp van 4 examenvragen

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Geef hier de juiste combinaties aan 
(van de vraag op de vorige sheet)
1
2
3
4
foto a
foto b
foto c
foto d

Slide 14 - Drag question

naaldwoud
regenwoud

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Geef hier de juiste combinaties aan 
(van de vraag op de vorige sheet)
A
B
C
D
Geen foto
locatie 1
locatie 2
locatie 3
locatie 4
locatie 5
locatie 6

Slide 17 - Drag question

Slide 18 - Slide


Slide 19 - Open question

Slide 20 - Slide


Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide

Stelling: 'ik beheers de stof van paragraaf 3 en 4 en kan deze toepassen'
1=totaal mee oneens, 10=helemaal mee eens

Slide 23 - Mind map

Dan nog een klein stukje van par. 6 & 8

Slide 24 - Slide

Versnelde bodemerosie
- door wind, in droge gebieden
- door regen, in droge gebieden met neerslag die in stortbuien valt OF in natte gebieden
- in gebieden met veel reliëf

Slide 25 - Slide

Leg uit op welke manier irrigatie voor verzilting kan zorgen (oorzaak-gevolg)

Slide 26 - Open question

Slide 27 - Slide

Verwoestijning
Bijv. voor overbeweiding: vee eet zoveel 
vegetatie op, dat deze niet meer kan 
herstellen -> grond droogt uit

Slide 28 - Slide

mantel
continentale korst
trog
oceanische korst
subductie

Slide 29 - Drag question

Welke oceanische korst is het oudst?
A
1
B
2
C
3
D
allemaal even oud

Slide 30 - Quiz

Bij welke plaatbewegingen komen hele zware aardbevingen voor
A
convergent en divergent
B
convergent en transform
C
alleen bij transform
D
alleen bij convergent

Slide 31 - Quiz

In welke situatie kan er geen vulkanisme voorkomen?
A
convergentie van twee continentale korsten
B
divergente plaatbeweging
C
subductie
D
convergentie van twee oceanische korsten

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Link

Leg uit waarom er in het noorden van Sulawesi wél en in het westen van Sulawesi géén vulkanen voorkomen (oorzaak-gevolg)

Slide 34 - Open question

Voorbeeld van een juiste omschrijving:

-in het noorden van Sulawesi vindt subductie plaats en in het westen een transform-beweging

-en alleen bij subductie vindt er smelt van gesteente plaats en opstijging van magma (wat vulkanisme veroorzaakt)

Slide 35 - Slide

Waarom is juist op Sulawesi het risico op een aardverschuiving na een aardbeving aanwezig? (noteer een oorzaak-gevolgrelatie)

Slide 36 - Open question

Voorbeeld van een juist antwoord:

-op Sulawesi is sprake van veel reliëf
-waardoor bij een aardbeving hellingen instabiel kunnen worden en kunnen gaan verschuiven

Slide 37 - Slide

Huiswerk voor maandag
- Lees heel goed de link door die in Magister staat en download de Safe Exam Browser op je laptop!!

Slide 38 - Slide