Goedgebekt, leerjaar 2, taak 2

Goedgebekt 
taak 2
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Goedgebekt 
taak 2

Slide 1 - Slide

Dat is een eminent geleerde.
A
voortreffelijk, uitstekend
B
algemeen bekend
C
vooruitstrevend

Slide 2 - Quiz

Het stoort mij dat jij vaak zo cholerisch reageert.
A
heftig
B
geïrriteerd
C
verongelijkt

Slide 3 - Quiz

Voor die functie moet je proactief handelen.
A
geen beslissingen nemen die negatief kunnen uitpakken
B
alvast bepaalde handelingen verrichten voor een later doel
C
veel bewegen om stijfheid te voorkomen

Slide 4 - Quiz

De heer Bruin houdt een epiloog.
A
praatje
B
pleidooi
C
slotrede

Slide 5 - Quiz

Dat kantoorpand is grootscheeps ingericht.
A
zeer royaal
B
als een schip
C
met diverse kamers

Slide 6 - Quiz

Dat zomerhuisje is goed geëquipeerd.
A
geïsoleerd
B
van het nodige voorzien
C
mooi gelegen

Slide 7 - Quiz

Dat is een halfslachtig persoon.
A
vervelend
B
zonder werk zittend
C
geen duidelijke mening hebbend

Slide 8 - Quiz

De politie wist door interventie een vechtpartij te voorkomen.
A
het voeren van een gesprek
B
assistentie
C
tussenkomst

Slide 9 - Quiz

Je moet daarvoor intrinsiek gemotiveerd zijn.
A
echt
B
van binnenuit
C
enigszins

Slide 10 - Quiz

Dat is een irrelevant gegeven.
A
niet van belang
B
van groot belang
C
onrechtmatig

Slide 11 - Quiz

harnas
betoog
spijt
genoegen
lijn
uitstek
rekenschap
twijfel
beraad
curatele
Zich ... geven van de gevolgen.
Dit ligt in de ... der verwachtingen.
Dit is daar bij ... geschikt voor.
Dat behoeft geen ...
Iemand tegen zich in het ... jagen.
Na rijp ...
Iets in ... trekken.
Iemand onder ... stellen.
Ergens geen ...  mee nemen.
Alle goede bedoelingen ten ...

Slide 12 - Drag question

aan
aan
in
van
tegen
bij
op
op
met
met
Iets ... prijs stellen.
Het leveren ... kritiek.
Genoegen ... iets nemen.
... zijn wensen tegemoet komen.
... een fiasco uitlopen.
Je ergens ... onttrekken.
De hand ... iets lichten.
Iets ... benadering opgeven.
Dat staat niet ... verhouding tot de prijs.
Protest aantekenen ...

Slide 13 - Drag question