4.5 en 4.6 - bacteriën en ordening

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

Thema 4:

Biodiversiteit

Basisstof 5: bacteriën

Basisstof 6: Ordening

vmbo kgt

Vandaag

•  Herhaling
• Uitleg
• Werktijd + huiswerk check
• Afsluiting

Dieren hebben

1. Wel een celkern
2. Geen celkern

Meercellige schimmels planten voort door

1. Zaden
2. Sporen
3. Celdeling
4. niet

Fotosynthese kan plaats vinden in het donker

1. Waar
2. Niet waar

Een spin is een insect

1. Waar
2. Niet waar

Hoe heet een eencellige schimmel?

Welke plantengroep maakt bloemen?

1. Wieren
2. Sporenplanten
3. Zaadplanten
4. Allemaal

Welke geleedpotigen heeft 10 tot 14 poten?

1. Insect
2. Spinachtigen
3. Veelpotigen
4. Kreeftachtigen

Dit dier heeft een huid met schubben, legt eieren met schaal.

1. Zoogdieren
2. Reptielen
3. Vissen
4. Amfibieën

De plant hiernaast (mos) plant zich voort door

1. Celdeling
2. Sporen
3. Zaden
4. Niet

Geef de formule van fotosynthese

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je:

• kenmerken noemen van bacteriën.
•  voorbeelden noemen van gevaren en toepassingen van bacteriën.
• Uitleggen wat biodiversiteit is.
• Uitleggen wat het verschil is tussen soort en ras.

Eencellig

Bacteriën zijn de enige groep zonder celkern, deze organismen zijn eencellig.

Cel kenmerken van bacteriën zijn: geen celkern, wel celwand en celmembraan. 

Voortplanting

Bacteriën planten zich voort door celdeling. 

Bij de ideale omstandigheden kunnen bacteriën zich elk half uur delen. 

Waarvoor kunnen bacteriën nuttig zijn?

Nuttig

•  In je darmen
• In voedsel (yoghurt)
• Bescherming tegen ziekteverwekkers
• Ruimen dode resten van organismen op (samen met schimmels)

Waarvoor kunnen bacteriën schadelijk zijn?

Schadelijk

Slechte bacteriën maken je ziek, dan moet je antibiotica nemen. Antibiotica wordt gemaakt vaan o.a. schimmels. 

Ordening

Organismen kunnen we indelen (=ordenen) in groepjes op basis van de kernmerken. 

1. Kenmerken cellen
2. Kenmerken uiterlijk
3. Erfelijke informatie

Ordening

Soort en ras

Organismen behoren tot dezelfde soort als ze vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen. 

Dus de kinderen kunnen kinderen krijgen.

Soort en ras

Wanneer organismen van dezelfde soort te verschillend zijn dan zijn het verschillende rassen.

Biodiversiteit

biodiversiteit is het aantal verschillende soorten dat leven in een bepaald gebied.

bv in het regenwoud.

Een geit en een schaap krijgen een nakomeling, deze is niet vruchtbaar. Horen ze bij dezelfde soort?

1. Ja, ze horen bij dezelfde soort.
2. Nee, ze horen niet bij dezelfde soort.

Werktijd

• Maken blz. 89 t/m 97 - bacteriën en ordening 
• Werken aan je praktische opdracht, laat de juf het checken.
• Leren voor je proefwerk
• Samenvatting maken