Vakgericht Lezen 2F - loonwerk - Pap, wordt dat later mijn machine

Nederlands - Lezen 2F

Vakgericht Lezen
Loonwerk
tekst: 'Pap, wordt dat later mijn machine?
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands - Lezen 2F

Vakgericht Lezen
Loonwerk
tekst: 'Pap, wordt dat later mijn machine?

Slide 1 - Slide

Leerdoelen

Lezen

  • Ik kan een vakgerichte tekst over loonwerk begrijpen op examenniveau (2F).


 

Slide 2 - Slide

Werkwijze

Je leest gezamenlijk de tekst.


Je maakt individueel de meerkeuzevragen.


Je bespreekt gezamenlijk de  antwoorden.  

Slide 3 - Slide

Tekst verkennen 1

Lees de tekst 'Pap, wordt dat later mijn machine?' verkennend:

  • kijk naar de titel
  • kijk naar de afbeeldingen
  • lees de inleiding
  • lees de tussenkopjes




Slide 4 - Slide

1. Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 5 - Open question

2. Wat weet je al van het onderwerp van de tekst?
Noem minstens twee dingen.

Slide 6 - Open question

Tekst verkennen 2

Je wilt nu de tekstsoort weten. 


Kijk nog eens over de tekst heen.




Slide 7 - Slide

3. Wat is de tekstsoort van deze tekst?
A
artikel
B
interview
C
nieuwsbericht
D
stripverhaal

Slide 8 - Quiz

4. Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen / betogen
D
overhalen / activeren

Slide 9 - Quiz

Samen lezen

Lees gezamenlijkt de tekst  'Pap, wordt dat later mijn machine?'



Slide 10 - Slide

5. Wat is de functie van de inleiding?
A
omschrijving van de plek waar het over gaat
B
mening geven
C
samenvatting geven
D
anekdote

Slide 11 - Quiz

6. Hoeveel alinea's heeft deze tekst?
A
4
B
6
C
7
D
8

Slide 12 - Quiz

7. Hoe heet het bedrijf waar het over gaat? (alinea 1)?
A
Hoge Bergsebos
B
Lage Bergse Bos
C
Dijkshoorn Infra
D
Nico Paul

Slide 13 - Quiz

8. Aan welke straat ligt het bedrijf Dijkshoorn infra (alinea 1)?
A
Bergschenhoek
B
Dijkshoornstraat
C
Rottebanddreef
D
Lage Bergsebos

Slide 14 - Quiz

9. Naar wie verwijst 'Hij' in alinea 2 regel 4?
A
Nico's nieuwe Doosan dX255LG-5
B
150.00 kuub grond
C
Nico
D
fauteuils

Slide 15 - Quiz

10. Waarvoor wordt de nieuwe Doosan DX255LC-rups-graafmachine ingezet (alinea 2)?
A
nieuwe kleuren spuiten
B
150.00 kuub grond verwerken
C
Berkel en Rodenrijs
D
uitbreiding van het industrieterrein Oudeland

Slide 16 - Quiz

11. Hoe kwam Nico in aanraking met grondverzetmachines (alinea 3)?
A
Nico groeide ermee op, werkte in het bedrijf van zijn vader en bij zijn oom.
B
Hij leerde het op school.
C
in Bleiswijk
D
bij Heijmans

Slide 17 - Quiz

12. Waarnaar verwijst het woord 'dat' (alinea 3 regel 2)?
A
1950
B
ondernemen
C
een loonbedrijf
D
opa Dijkshoorn

Slide 18 - Quiz

13. In alinea 3 regel 6 staat een signaalwoord. Welke is dat?
A
als
B
bij
C
maar
D
het

Slide 19 - Quiz

14. Wat is het deelonderwerp van alinea 3?
A
opa Dijkshoorn
B
ondernemen zit in de familie
C
loonbedrijf
D
Dijkshoorn Infra

Slide 20 - Quiz

16. Wat is het deelonderwerp van alinea 4?
A
opening
B
loonbedrijf WN Dijkshoorn
C
nieuw pand
D
het

Slide 21 - Quiz

17. Zoek in alinea 5 een signaalwoord .
Geef aan welk tekstverband erbij hoort.

Slide 22 - Open question

23. Wat is de hoofdgedachte van de tekst 'Pap, Wordt dat later mijn kraan'?
A
Koop geen Doosan, want die werkt niet goed.
B
Het bedrijf heeft een nieuw pand.
C
Het bedrijf gaat een goede toekomst tegemoet.
D
De Doosan is een goede graafmachine voor bepaalde werkzaamheden.

Slide 23 - Quiz

Terugkijken
Hoe goed begreep je de tekst?
A
was te moeilijk
B
matig te begrijpen
C
voldoende te begrijpen
D
goed te begrijpen

Slide 24 - Quiz

Terugkijken
Hoe gemakkelijk of moeilijk vond je de vragen?
A
te moeilijk
B
best pittig
C
ging wel
D
gemakkelijk

Slide 25 - Quiz

2. Wat heb je geleerd over begrijpend lezen?

Slide 26 - Open question

Einde

Bedankt voor  jouw aandacht en bijdrage.


Goed gewerkt!

Slide 27 - Slide