Klas 2 - les verbes -re/vocabulairelijst/pouvoir/vouloir

1 / 15
next
Slide 1: Video
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

chapitre 4 - j'ai mal - leçon 4
Aujourd'hui:
Les verbes! 

Volgende week leesdossier terug met feedback
Leer voor volgende week de vocabulairelijst (kan via quizlet: zie SOM)

Slide 2 - Slide

test werkwoorden:
  • regelmatige werkwoorden op -re
  • pouvoir/vouloir
  • werkwoorden in de woordenlijst 
In de présent en passé composé 
do 25 maart
Taak j'ai mal

Gesprek bij de dokter/apotheek
Uitleg over 2 weken
na de tussenweek

Slide 3 - Slide

Noem zoveel mogelijk Franse lichaamsdelen met hun lidwoord.

Slide 4 - Open question

Regelmatige werkwoorden
Regelmatige werkwoorden -er, -ir, -re. ​
-er: manger, nager, regarder, ecouter etc. ​
 –ir:  Finir, choisir, rougir, réussir 
Nu de laatste categorie: -re
Voorbeelden: 
Perdre = verliezen | vendre = verkopen
Attendre = wachten op | etendre = horen
Rendre = teruggeven

Slide 5 - Slide

Welke werkwoorden op -re staan in de woordenlijst?

Slide 6 - Mind map

Je
Tu
Il/Elle/On
Nous
Vous
Ils/Elles
perds
perds
perd
perdons
perdez
perdent

Slide 7 - Drag question

Je
Tu
Il/Elle/On
Nous
Vous
Ils/Elles
as attendu
ai entendu
a rendu
avons vendu
avez vendu
ont perdu

Slide 8 - Drag question

Vouloir
Vouloir = willen 

présent en passé composé 

uitleg + oefening in SOM in de weektaak

Slide 9 - Slide

Pouvoir
Pouvoir = kunnen 

présent en passé composé 

uitleg + oefening in SOM in de weektaak

Slide 10 - Slide

Welke werkwoorden op -er staan er in de vocabulairelijst?

Slide 11 - Mind map

Je
Tu
Il/Elle/On
Nous
Vous
Ils/Elles
touches
avale
touche
restons
bougez
bougent

Slide 12 - Drag question

Je
Tu
Il/Elle/On
Nous
Vous
Ils/Elles
as bougé
ai avalé
a touché
sommes restés
avez bougé
sont restés

Slide 13 - Drag question

Mais... pourquoi?? 
Al deze werkwoorden passen bij het onderwerp van het chapitre dus handig bij luisteren/lezen/schrijven/spreken.
Als je werkwoorden kan vervoegen, heb je al het begin van een zin gemaakt! 
In combinatie met de vocalijst maak je dan al zinnen: 
Le docteur a touché ma jambe

Slide 14 - Slide

Weektaak
Faire leçon 4: exercice 4,5,6,7,9
Opdracht mediadossier: vidéo de Tilda
Oefenen vocabulairelijst j'ai mal

Slide 15 - Slide