H2 paragraaf 4 t/m 6

Programma
Terugblik les
Uitleg nieuwe theorie
Aan het werk 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Programma
Terugblik les
Uitleg nieuwe theorie
Aan het werk 

Slide 1 - Slide

Terugblik les
Wat hebben we de vorige les behandeld?

Slide 2 - Slide

Vandaag
Doelen:
 - Aan het einde van de les heb je geleerd wat symbolen en rituelen zijn.
- Aan het einde van de les ken je de kenmerken van symbolen en rituelen. 
- Aan het einde van de les kun je minimaal 1 voorbeeld geven van een symbool en van een ritueel.
- Aan het einde van de les weet je wat rites de passages zijn. 
- Aan het einde van de les kun je minimaal 2 voorbeelden geven van rites de passages. 
- Aan het einde van de les weet je wat actieve en passieve aanhangers zijn.

Slide 3 - Slide

Rituelen
  • 'Gewone' rituelen en levensbeschouwelijke rituelen
  • In dagelijks leven --> gewoonte of gebruik

Omschrijving 

  • De handeling die steeds terugkeert op een vast tijdstip of bij bepaalde gelegenheden


Slide 4 - Slide

Voorbeelden van rituelen
  • Het leven van alledag kent vaste gebruiken: 
- opstaan, tanden poetsen, wassen, aankleden, etc.
  • Bij de eerste ontmoeting een hand geven
  • Met carnaval verkleden en meedoen aan georganiseerde optochten

Slide 5 - Slide

Levensbeschouwelijke rituelen
  • Naast rituelen in het dagelijks leven kennen we ook levensbeschouwelijke rituelen. 
  • Het verschil :
Dagelijkse rituelen:                              Levensbeschouwelijke rituelen:
- raken je niet diep                                - raken je diep
- geen kenmerken                                 - bestaat uit 6 vaste kenmerken

Slide 6 - Slide

Kenmerken levensbeschouwelijke rituelen

  • Heeft zes kenmerken:

1. Een vast patroon 

2. Woorden, daden en symbolen 

3. Vindt plaats bij ervaringen van levensbelang 

4. Verwijzen naar wat heel belangrijk is 

5. Versterkt het gemeenschapsgevoel 

6. Maakt mensen (weer) sterk 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Feesten
  • Een feest altijd een speciale aanleiding (reden)
} verjaardag
} geslaagd voor het eindexamen
  • Blijdschap en dankbaarheid staan tijdens een feest centraal.
  • Blijdschap en dankbaarheid wil je met anderen delen.

Omschrijving 
  • Feest is een gelegenheid waarop je extra aandacht besteedt aan een belangrijke gebeurtenis

Slide 9 - Slide

Levensbeschouwelijke feesten
  • Gemeenschappelijke levensbeschouwingen hebben ook hun eigen feesten
  • Voorbeelden :
  1. Moslim: Suikerfeest 
  2. Christen: Kerstmis (geboorte van Jezus van Nazareth)
  3. Hindoe: Divali (feest van licht)

Slide 10 - Slide

Symbolen
  • Bij rituelen en feesten zijn symbolen erg belangrijk.
  • Symbool verwijst naar iets en is onderdeel van dat andere.


  • Symbool is géén teken!
  • Teken heeft één betekenis en zijn vaak afspraken. 


Slide 11 - Slide

Kenmerken symbool
  • Heeft drie kenmerken:
  1. Is meestal tastbaar
  2. Maakt snel duidelijk hoe je denkt over belangrijke dingen in het leven
  3. Een symbool maakt herkenning mogelijk 

Slide 12 - Slide

Voorbeelden van symbolen


  • Mensen die tegen zinloos geweld zijn, dragen als symbool een lieveheersbeestje
  • Tijdens de huwelijksplechtigheid geven bruid en bruidegom elkaar een ring als teken van hun verbondenheid


Slide 13 - Slide

Gemeenschappelijke symbolen
  • Deze symbolen nemen een plaats in binnen een ritueel
- Voorbeeld christelijke doopritueel
    Symbool is water, want dit verwijst naar reiniging en naar een nieuw leven. 



    Slide 14 - Slide

    Symbool
    Yin en Yang
    Yin en Yang staan voor dingen die elkaar aanvullen. Bijvoorbeeld de man en de vrouw, maan en aarde, zomer en winter. Het één kan niet zonder het ander bestaan. Als er geen mannen hadden bestaan hadden we niet het onderscheid hoeven maken tussen man en vrouw. Het teken staat symbool voor de gedachte dat alles bestaat met een tegengestelde variant waarvan de één niet beter is dan de ander. De twee dingen zijn dus gelijk aan elkaar en toch verschillend. Dood en leven horen bij elkaar en zijn even belangrijk, net als goed en kwaad.

    Slide 15 - Slide

    Gemeenschappelijk symbool
    Davidster
    Het jodendom heeft de davidster als symbool. De ster bestaat uit twee driehoeken die in elkaar gevlochten zijn. Ieder van de twee heeft een eigen betekenis. De ene verwijst naar God en de andere naar de mens. Koning David gebruikt dit symbool. Daar komt de naam Davidster vandaan. 

    Slide 16 - Slide

    Peace
    Een cirkel met een verticale streep in het midden van waaruit twee schuine strepen naar beide zijden lopen is een internationaal symbool voor vrede. Het werd eerst gebruikt in protestdemonstraties tegen atoomwapens en kernenergie (Ban-de-Bom teken).

    Het symbool werd ontworpen in 1958 door Gerald Holtom, een Britse ontwerper en kunstenaar. Hij deed dit in opdracht van een campagne voor kernontwapening.
    Het symbool is gebaseerd op het semafooralfabet: de twee schuine strepen naar beide zijden zijn "N" voor "Nuclear" en de verticale streep is "D" voor "Disarmament".

    Hippies gebruikten dit teken vaak als symbool voor hun streven naar een geweldloze samenleving. Het teken was ook het logo van de voormalige Nederlandse politieke partij PSP.


    Symbool

    Slide 17 - Slide

    Aan het werk

    Maken opdrachten

    12,14,16,17,18 en 19 ( blz 24)


    Z route 11 en 12 ( blz 29)

    Slide 18 - Slide

    Par.5

    Rites de Passages

    • Je weet nu wat ritueel betekent 
    • Een bijzonder soort rituelen zijn de zogenaamde rites de passages
    • Letterlijk betekent rite de passage: overgangsrituelen
    • Je kunt rites de passages ook noemen als bestaansrituelen


    Omschrijving
    Rituelen bij belangrijke overgangsmomenten in het menselijk bestaan 

    Slide 19 - Slide

    Rites de passages
    • Bij een rite de passage is er sprake van afscheid nemen, het afsluiten van een bepaalde periode of een fase in je leven en te starten met een nieuwe periode of fase in je leven

    • Hierbij zijn de rituelen belangrijk

    Slide 20 - Slide

    Voorbeelden rites de passages
    • Geboorte
    • Vormsel
    • Verloving 
    • Huwelijk 
    • Begrafenis 

    Slide 21 - Slide

    Leden organisatie
    • Een organistie heeft leden
    • Actieve aanhangers: leden die meer of minder actief binnen een organisatie zijn
    • Passieve aanhangers: mensen die geen lid van een organisatie zijn, maar wel een levensbeschouwing hebben

    Slide 22 - Slide

    Aan het werk...

    Hoofdstuk 2


    werkboek blz. 22 t/m 26 (paragraaf 2 en 3)

    z-route opdracht 1


    Het bovenstaande is ook het huiswerk voor volgende week dinsdag (29 november,4e uur). HWC!!!!

    Slide 23 - Slide