1.5 De zon: motor van de luchtcirculatie

H1: Weer en Klimaat
§5: De zon: Motor van de luchtcirculatie




De Geo 4 VMBO-KGT



1 / 22
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H1: Weer en Klimaat
§5: De zon: Motor van de luchtcirculatie




De Geo 4 VMBO-KGT



Slide 1 - Slide

Benodigdheden:
- gekleurde blaadjes voor lagen
- klei voor sedimentgesteente
H1: Het weer en klimaat
§5: De zon: Motor  van de luchtcirculatie

Wat gaan we doen?
  • Uitleg: Je kunt op wereldschaal patronen ontdekken in de verdeling van de gemiddelde temperatuur, de luchtdruk, de wind en de neerslag. 


Leerdoelen
  • Je kunt het verband uitleggen tussen de hoeveelheid zonne-instraling op verschillende breedtegraden en het ontstaan van hoge- en lageluchtdrukgebieden op wereldschaal.
  • Je kunt de mondiale luchtcirculatie in een afbeelding herkennen, beschrijven en elementen van deze circulatie benoemen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welke vorm van neerslag ontstaat er vooral in berggebieden?
A
stijgingsneerslag
B
stuwingsneerslag
C
frontale neerslag

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Rond de evenaar is er veel stijgingsneerslag omdat
A
Er weinig verschillende seizoenen zijn
B
De zonkracht hier voor veel opstijgende lucht zorgt
C
Door de windrichting vanuit zee
D
Er veel planten en bomen aanwezig zijn

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Hoe ontstaat ook alweer frontale neerslag?
A
Door sterke opwarming van de lucht door zon
B
Door gebergten die de lucht doen opstijgen
C
Door sterke verdamping van de lucht
D
De botsing van koude en warme lucht

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Sleep de woorden naar de goede plek in de tekening
Loefzijde
Lijzijde
Stuwingsregen
Regenschaduw

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

In een waterkringloop onderscheiden we:
1. condensatie
2. infiltratie
3. neerslag
4. ondergrondse afstroming
5. verdamping

Welke stappen vinden achtereenvolgens plaats in de waterkringloop als je begint bij oceanen en zeeën?
A
1 - 3 - 4 - 2 - 5
B
1 - 5 - 3 - 4 - 2
C
5 - 4 - 1 - 3 - 2
D
5 - 1 - 3 - 2 - 4

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Welke twee onderdelen van de waterkringloop behoren tot de KORTE waterkringloop
A
Afstroming en condensatie
B
Afstroming en infiltratie
C
Condensatie en verdamping
D
Verdamping en infiltratie

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Welk water beweegt zich het minst snel door de waterkringloop?
A
Rivierwater
B
Grondwater
C
Gletsjer in de bergen
D
Oppervlaktewater

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

zoninvalshoek = hoek die een bundel zonnestralen maakt met het aardoppervlak.

* een grote invalshoek bij de evenaar
* een kleine invalshoek bij de polen

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Regel 2
Wind waait op het aardoppervlak altijd van hogedrukgebied naar lagedrukgebied.
Dus van gebied met dalende lucht (teveel) naar gebied met stijgende lucht (tekort)
Regel 1

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Plaats de juiste omschrijving bij de juiste locatie
60 graden zuider- en noorderbreedte
Noord- en zuidpool
Lage luchtdruk
Hoge luchtdruk
Neerslag
Helder
Bewolkt
Droog
Geen begroeiing
Loof- en naaldbos

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

Plaats de juiste omschrijving bij de juiste locatie
Evenaar
30 graden noorder- & zuiderbreedte
Lage luchtdruk
Hoge luchtdruk
Neerslag
Zonnig
Bewolkt
Droog
Woestijn
Tropisch regenwoud

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions

Bekijk bron 1.
Welke tekening geeft de grote windsystemen op aarde juist weer?
A
tekening 1
B
tekening 2
C
tekening 3
D
tekening 4

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag...
Opdracht 2, 3ab, 4abc, 5a

Je mag samenwerken

In je werkboek

Tot 3 minuten voor het einde van deze les.

Werk zelfstandig aan paragraaf 1.6
Wat?

Wie?

Hoe?

Tijd:

Klaar?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

H1: Het weer en klimaat
§5: De zon: Motor  van de luchtcirculatie


Leerdoelen
  • Je kunt het verband uitleggen tussen de hoeveelheid zonne-instraling op verschillende breedtegraden en het ontstaan van hoge- en lageluchtdrukgebieden op wereldschaal.
  • Je kunt de mondiale luchtcirculatie in een afbeelding herkennen, beschrijven en elementen van deze circulatie benoemen.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions