This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Oefen schoolexamen
hoofdstuk 5: Europa en de wereld 1945-1990
Hoofdstuk 6: De wereld na 1990
De vragen in dit schoolexamen komen uit oude examens
Slide 1 - Slide
Onderdeel 1
Hfd 5 1945-1990
tik op de bron om deze volledig in beeld te krijgen
Slide 2 - Slide
Noem één reden waardoor de oprichting van de EGKS na de Tweede Wereldoorlog oorlogen in Europa kon voorkomen.
Slide 3 - Open question
1. Europa en de wereld 1945 - 1990
tik op bronnen om deze groter te zien
Slide 4 - Slide
In de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties zitten landen die het vetorecht hebben. Welke landen hebben het vetorecht?
A
alle landen van de Veiligheidsraad
B
de landen die de Verenigde Naties hebben opgericht
C
de vijf permanente leden van de Veiligheidsraad
D
het grootste land van elk werelddeel
Slide 5 - Quiz
Over welke gebeurtenis gaat de bron?
A
over de Blokkade van Berlijn
B
over de Cubacrisis
C
over de Hongaarse Opstand
D
over de Slag om Engeland
Slide 6 - Quiz
Tijdens de Hongaarse Opstand raakten duizenden mensen gewond. Nederland stuurde twee militaire vliegtuigen met dozen medische hulp voor de Hongaren. De vliegtuigen mochten niet in Hongarije landen, dus vlogen ze naar Oostenrijk. Van daar uit werden de dozen door het Rode Kruis naar Hongarije gebracht.Geef in enkele zinnen een verklaring waarom de militaire vliegtuigen uit Nederland niet in Hongarije mochten landen. Gebruik daarbij de begrippen Warschaupact en NAVO in een juiste samenhang.
Slide 7 - Open question
Tijdens de Koude Oorlog werd in opdracht van de regering van de DDR in Berlijn een muur gebouwd. Als officiële reden werd genoemd dat de muur een bescherming bood tegen de gevaren van het kapitalistische westen. De westerse landen protesteerden wel tegen de bouw, maar ze grepen niet in om de bouw van de Muur tegen te houden. Geef de werkelijke reden waarom de Muur werd gebouwd. Geef ook een verklaring waarom de westerse landen niet ingrepen.
Slide 8 - Open question
In 1972 werd een wetsvoorstel aangenomen door de Tweede Kamer. In het wetsvoorstel stond dat de leeftijd waarop je mocht stemmen, verlaagd werd van 21 naar 18 jaar. Bij welke ontwikkeling past dit wetsvoorstel?
A
democratisering
B
globalisering
C
secularisatie
D
verzuiling
Slide 9 - Quiz
Sleep de juiste ontwikkeling naar de juiste foto. Er blijft 1 ontwikkeling over.
Multiculturele samenleving
jongerenculturen
opkomst van de televisie
Tweede Feministische Golf
Slide 10 - Drag question
In de tekening is een mening te herkennen over de mogelijke gevolgen van glasnost voor de Sovjet-Unie. Welke mening wordt bedoeld?
A
dat het communisme te groot zal worden door glasnost
B
dat het communisme zal bezwijken onder glasnost
C
dat glasnost hoort bij de ideologie van het communisme
D
dat glasnost zal bezwijken onder het communisme
Slide 11 - Quiz
Hieronder staan vier krantenkoppen over Berlijn in de periode 1945-1990. Sleep deze in de juiste volgorde. Van vroeger naar later.
1
2
3
4
Berlijn hoofdstad van herenigd Duitsland
Berlijn verdeeld door muur
Oost-Berlijn hoofdstad van de DDR
West-Berlijn geblokkeerd door Sovjet-Unie
Slide 12 - Drag question
In het krantenartikel wordt aangegeven dat de beweging Dolle Mina meerdere eisen en wensen heeft. Noem nog twee andere eisen en wensen van Dolle Mina.
Slide 13 - Open question
2. De wereld na 1990
Slide 14 - Slide
Welke uitspraak past bij de ontwikkeling die te zien is in de bron?
A
De EU-landen werken samen om terrorisme te bestrijden.
B
De NAVO gaat samenwerken met vroegere tegenstanders.
C
In Europa gaat het nationalisme weer een belangrijke rol spelen.
D
In Europa wordt het Warschaupact opgeheven.
Slide 15 - Quiz
Van een website over de Europese Unie: Deze instelling mag meebeslissen over EU-wetten en de EU-begroting. Deze instelling houdt toezicht op alle werkzaamheden van de Europese Unie. Over welke instelling gaat het?
A
over de Europese Commissie
B
over de Europese Raad van Ministers
C
over het Europees Parlement
D
over het Europese Hof van Justitie
Slide 16 - Quiz
In 2001 werd de euro ingevoerd. Noem één economische reden en één politieke reden voor de invoering van de euro.
Slide 17 - Open question
Welk begrip wordt omschreven?
Slide 18 - Open question
In de prent is een mening te herkennen over de uitbreiding van de EU. Welke mening over deze ontwikkeling is te herkennen in de prent?
A
De uitbreiding is goed voor de EU, want de lidstaten laten andere landen toe die kunnen bijdragen aan de EU.
B
De uitbreiding is goed voor de EU, want er zijn veel rijke landen lid
geworden.
C
De uitbreiding is niet goed voor de EU, want de lidstaten verzetten
zich tegen de komst van nieuwe landen.
D
De uitbreiding is niet goed voor de EU, want er willen te veel landen lid
worden van de EU.
Slide 19 - Quiz
In de prent is een mening te herkennen over de Baltische staten. Welke omschrijving hoort bij de bron? De Baltische staten voelen zich:
A
niet veilig, omdat de NAVO niet voldoende bescherming biedt.
B
niet veilig, omdat Rusland wordt bedreigd door de NAVO.
C
veilig, omdat de NAVO meer dan voldoende bescherming biedt.
D
veilig, omdat Rusland niet wordt bedreigd door de NAVO.