Grammatica 2.2

1 / 21
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Stil Lezen
timer
10:00
Stil lezen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Wat zijn voorzetsels?
A
de, het, een
B
in, voor, achter, sinds
C
raam, deur, wand, vakantie
D
voorlezen, voorspellen, voorzeggen

Slide 7 - Quiz

Voorzetsels
Wat is geen voorzetsel?
A
tijdens
B
voor
C
omdat
D
tussen

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Wat zijn bijwoorden?

Bijwoorden ...
A
geven extra informatie bij een werkwoord.
B
geven extra informatie bij een zelfstandig naamwoord.
C
geven extra informatie bij een bijvoeglijk naamwoord.
D
geven extra informatie bij een ander bijwoord.

Slide 10 - Quiz

Wat is het bijwoord?
Klas 2 werkt hard aan de bijwoorden.
A
werken
B
hard
C
groep 7
D
de bijwoorden

Slide 11 - Quiz

Wat is het bijwoord?
Het bijwoord

Gisteren
zag
ik
een
beroemdheid

Slide 12 - Drag question

Sleep het bijwoord uit de zin. 
bijwoord
Ze 
komt
vrolijk
naar
het
feest.

Slide 13 - Drag question

Slide 14 - Slide

Welke is een scheidbaar werkwoord?
A
Goedkeuren
B
Vergeten

Slide 15 - Quiz

Ik lach hem niet uit!

Wat is het scheidbare werkwoord?
A
uit
B
hem
C
lachen
D
uitlachen

Slide 16 - Quiz

Vul de scheidbare werkwoorden in die ontbreken.
Wij ......... om drie uur .......
Je moet daar ........
De docent gaat de deur ......
Wij ....... de boodschappen ....
dichtdoen
komen .... aan
hebben ..... meegenomen
uitstappen

Slide 17 - Drag question

Onscheidbare  samengestelde werkwoorden
Scheidbare samengestelde
werkwoorden
Omschrijven
Opbergen
Kennismaken
Glimlachen
Ondervragen
stofzuigen
aankomen

Slide 18 - Drag question

Slide 19 - Slide

Slide 21 - Slide