2m2 12/05

1 / 25
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning for today:
Time for chapter 6! 

Wanneer we klaar zijn met het behandelen van hoofdstuk 6 gebruiken we ook nog wat tijd om H5 + H6 te herhalen. Daarna volgt weer een toets om zo H5 & H6 af te sluiten :) 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

2m2: 
We hebben tot nu toe gekeken naar de volgende grammatica onderdelen: 

5.1: plural
5.2: much/many
5.3: Present perfect 
5.4 Irregular verbs 


Meer met je mavo
We hebben tot nu toe gekeken naar de volgende grammatica onderdelen:

5.1 Adjectives/adverbs 
5.3 Comparisons 
5.4 Present perfect/past simple
5.6 who/which/that/x 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Chapter 6: Law & Order 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Chapter 6: Law & Order 
Voor 2m2 & Meer Met je Mavo: 
The gerund / Some & Any 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

You are the detective! Wat valt je op aan deze zinnen?

  • Smoking is forbidden in the barbershop.
  • I look forward to seeing you next week.
  • Could you start doing your homework? 
  • That dress isn't worth buying.
  • He started running.


Slide 6 - Slide

  • -ing staat achter sommige woorden
  • Vraag de leerlingen: Welk woord staat er voor? 
Wat valt je op aan deze zinnen?

  • Smoking is forbidden in the barbershop.
  • I look forward to seeing you next week.
  • Could you start doing your homework? 
  • That dress isn't worth buying.
  • He started running.


Slide 7 - Slide

  • -ing staat achter sommige woorden
  • Vraag de leerlingen: Welk woord staat er voor? 
The Gerund
Je gebruikt de '-ing vorm' als een soort zelfstandig naamwoord:

 1. Als het onderwerp van de zin.
Example: Biking in the mall is forbidden. 

2. Na voorzetsels. (kastwoorden)
Example: She's fond of cycling.

3. Na werkwoorden die zeggen hoe je iets vindt. (like, love, hate, enjoy, etc.)
Example: I love going to the movies. 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

The Gerund
Je maakt de gerund door simpelweg -ing achter de stam van het werkwoord te plakken. 

Work > working 
Sleep > Sleeping 
Walk > Walking 
Talk > Talking 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions


....(write) in English is easy.

Slide 10 - Open question

This item has no instructions


I love ... (go) out to restaurants.

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

That make-up product isn't worth ... (buy)

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

I'm looking forward to ... (receive) your letter.

Slide 13 - Open question

This item has no instructions


They suddenly stopped ... (run).

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Ik heb 'The gerund' wel onder de knie. Dit snap ik.
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

This item has no instructions

SOME en ANY betekenen beide:

  • enkele
  • wat
  • een paar
  • geen (in combinatie met NOT)

 Ik koop elke dag wat snoep in de kantine.

                                                                     Every day I buy some sweets in the canteen.
                                                           
Mijn broer mag geen noten eten, hij is allergisch.
                                                                        
My brother can't eat any nuts, he's allergic.


Slide 16 - Slide

This item has no instructions

SOME / ANY
Some en any hebben dus dezelfde betekenis, 
maar worden in verschillende soorten zinnen gebruikt. 

Some gebruik je in bevestigende zinnen, deze eindigen altijd met een punt of een uitroepteken en er staat geen 'not' in.

Any gebruik je in zinnen met een vraagteken 
en zinnen met het woord 'not' er in.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

We need some tomatoes.
Do we need any tomatoes?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Daffy has some money.
Patrick doesn't have any money.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

I have ___ apples left.
A
any
B
some

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Are there ___ cakes left?
A
any
B
some

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

He hasn't got ___ time.
A
any
B
some

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

He has ___ money.
A
some
B
any

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Ik heb 'Some & Any' wel onder de knie. Dit snap ik.
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions