Geen metaal en geen polymeer. Oorspronkelijk van "keramos": drinkvat of aardewerkvat.
Dus van gebakken klei, meestal silicaten (zandachtige stoffen), maar ook zouten.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6
This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Keramische materialen:
Wat zijn keramische materialen?
Geen metaal en geen polymeer. Oorspronkelijk van "keramos": drinkvat of aardewerkvat.
Dus van gebakken klei, meestal silicaten (zandachtige stoffen), maar ook zouten.
Slide 1 - Slide
keramische materialen
met een atoomrooster (nieuw)
met een ionrooster (zouten)
atomair rooster: diamant
Slide 2 - Slide
Bindingen in keramische materialen:
Als het gaat om zouten: ionaire stoffen, dus ionbindingen.
Als het gaat om atomaire stoffen (atoomrooster):
covalente of atoombindingen
Beide keramieken zijn sterk, slijtvast, isolerend, bros (breekbaar).
Slide 3 - Slide
metalen
zouten
moleculaire stoffen
atomaire stoffen
metaal atomen
metaalion (pos)
en niet-metaalion (neg)
Moleculen bestaande uit niet-metaalatomen
Niet-metaal atomen
metaalrooster
ionrooster
molecuulrooster
atoomrooster
vb:
diamant (C) siliciumcarbide (C en Si)
siliciumdioxide (Si en O)
Stoffen schema
Nieuw!
Slide 4 - Slide
Geleidt in vaste en vloeibare fase
Geleidt alleen in vloeibare fase
Geleidt niet
Sn
Cu
Zn
SnCl2 (tinchloride)
C18H36O2 (Kaarsvet)
I2 (Jood)
NaCl (keukenzout)
Slide 5 - Drag question
Welk soort roosters hebben vast magnesiumjodide, MgI₂ (s) en vast jood, I₂ (s)?
A
beide hebben een metaalrooster
B
beide hebben een ionrooster
C
Magnesiumjodide heeft een metaalrooster en jood heeft een molecuulrooster
D
Magnesiumjodide heeft een ionrooster en jood heeft een molecuulrooster
Slide 6 - Quiz
Wat voor soort rooster is hiernaast afgebeeld?
A
ion rooster
B
metaalrooster
C
molecuulrooster
Slide 7 - Quiz
Plaats de eigenschappen van keramische materialen in het juiste vak
voordelen
nadelen
bestand tegen hoge temperaturen
brosheid
moeilijk te verwerken
alleen bij zeer hoge temperatuur te verwerken
harder dan polymeren en metalen
reageren(bijna) niet met anderestoffen
Slide 8 - Drag question
Diamant bestaat uit koolstofatomen die via bindingen aan elkaar verbonden zijn. Om welk type binding gaat het hier?
A
atoombinding
B
ionbinding
C
metaalbinding
D
vanderwaalsbinding
Slide 9 - Quiz
Diamant bestaat uit koolstofatomen die via covalente bindingen (atoombindingen) verbonden zijn in een driedimensionaal netwerk. Hoe noem je dit netwerk?
A
ionrooster
B
molecuulrooster
C
atoomrooster
D
metaalrooster
Slide 10 - Quiz
Vroeger kon je op internet onderstaande structuurformules van boorcarbide tegenkomen. Welke van deze structuurformules is zeker onjuist?
A
I
B
II
C
III
Slide 11 - Quiz
Booratomen kunnen net als koolstofatomen covalente bindingen (atoombindingen) vormen.
In booratomen komen twee soorten elektronen voor: elektronen die aan de vorming van covalente bindingen kunnen deelnemen en elektronen die dat niet kunnen.
Uit de formules in de afbeelding is af te leiden hoeveel elektronen een booratoom beschikbaar heeft om covalente bindingen te vormen.
Een booratoom heeft ..... elektronen beschikbaar om covalente bindingen te vormen
1
2
3
4
5
6
Slide 12 - Drag question
Een van de meest bestudeerde keramische materialen is zirkonium(IV)oxide. Wat is de juiste formule?
A
ZrO₄
B
Zr₂O
C
ZrO₂
D
Zr₄O
Slide 13 - Quiz
Zirkonium(IV)oxide is een slechte geleider van stroom. Waarom?
A
omdat zirkonium(IV)oxide een moleculaire stof is
B
omdat de ionen vastzitten in het ionrooster
C
omdat de ionen zich vrij door het ionrooster kunnen bewegen
D
Omdat zirkonium(IV)oxide slecht oplosbaar is in water
Slide 14 - Quiz
Overzicht:
Vreselijke stem, maar enkele voorbeelden van keramische materialen met een ionrooster