Duits 8-paragraaf D lesen - KGT

8 - aussehen - D
1 / 33
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

8 - aussehen - D

Slide 1 - Slide

Duits 8-paragraaf D- lesen
Vandaag in de les: 
- Hoofdstuk 8 D- Lesen 
- vorige les C woordjes herhalen
- je kunt een eenvoudige tekst over lichaamstaal begrijpen- opd.14
- quiz lessonup
- je kent de betekenis van de woorden D-N Lernliste D-lesen
  met slim stampen

Slide 2 - Slide

lichaamstaal (Körpersprache)
1. Deine Körpersprache verrät, wie du dich fühlst -                der Körper - 
2. Ticks sind nervig, weil man Sie nicht kontrollieren kann.   weil - 
3. Menschen, die so etwas tun, sind schnell gelangweilt.         etwas - 
4. Diese Menschen sind gelangweilt und sogar frustriert!       sogar - 
5. Er ist unzufrieden, weil er sein Ziel nicht erreicht hat.       das Ziel - 
6. Lächelt sie? Dann zeigt sie dir, dass du ihr wichtig bist.      wichtig - 
                                                                                                      lächelen -



Slide 3 - Slide

lichaamstaal (Körpersprache)
1. Deine Körpersprache verrät, wie du dich fühlst -               der Körper - lichaam
2. Ticks sind nervig, weil man Sie nicht kontrollieren kann.  weil -  omdat 
3. Menschen, die so etwas tun, sind schnell gelangweilt.        etwas - iets
4. Diese Menschen sind gelangweilt und sogar frustriert!      sogar - zelfs
5. Er ist unzufrieden, weil er sein Ziel nicht erreicht hat.       das Ziel - het doel
6. Lächelt sie? Dann zeigt sie dir, dass du ihr wichtig bist.     wichtig - belangrijk
                                                                                                     lächelen -glimlachen


Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide


1. het kapsel 
2. de muts 
3. de schoen 
4. de ketting 
5. de laars 
6. het hoofddoek
7. de jurk
8. de broek
9. de trui

Slide 7 - Slide


1. het kapsel 
2. de muts 
3. de schoen 
4. de ketting 
5. de laars 
6. het hoofddoek
7. de jurk
8 de broek
9. de trui

1. die Frisur  
2. die Mütze 
3. der Schuh 
4. die Kette   
5. der Stiefel 
6. das Kopftuch
7. das Kleid
8. die Hose
9. der Pullover

Slide 8 - Slide

waarom is het belangrijk op lichaamtaal te letten?
A
Sie kann die Fähigkeit zur musikalischen Interpretation verbessern.
B
Sie spielt keine Rolle in zwischen menschlichen Beziehungen.
C
Sie kann unbewusst mehr Informationen vermitteln als Worte.
D
Sie ist ein effektives Mittel zur Schaffung von Geheimnissen.

Slide 9 - Quiz

was bedeutet 'der Schmuck'
A
de kleding
B
de sieraden
C
de smog
D
het gezicht

Slide 10 - Quiz

Wat is de betekenis van lichaamstaal?
A
Die Verwendung von Sprache zur Kommunikation.
B
Die Analyse von Schriftstücken und Literatur.
C
Die nonverbale Kommunikation durch Gesten und Mimik.
D
Die Bedeutung von Kleidung und Accessoires.

Slide 11 - Quiz

was bedeutet 'statt'
A
in plaats van
B
staat
C
standbeeld
D
stad

Slide 12 - Quiz

wat betekent 'der Müll'
A
de vuilnis
B
de molen
C
de mol
D
de muil

Slide 13 - Quiz

was bedeutet 'die Schultern'
A
de schuldenaren
B
de scholieren
C
het schudden
D
de schouders

Slide 14 - Quiz

was bedeutet 'wichtig'
A
mollig
B
iets
C
zelfs
D
belangrijk

Slide 15 - Quiz

was bedeutet 'sogar'
A
omdat
B
belangrijk
C
iets
D
zelfs

Slide 16 - Quiz

was bedeutet 'das Ziel'
A
de tent
B
het doel
C
de ziel
D
het lied

Slide 17 - Quiz

was bedeutet 'der Körper'
A
het lichaam
B
het kopje
C
de taal
D
gebarentaal

Slide 18 - Quiz

Du hast einen Vogel
A
je hebt een vogel
B
je bent niet goed bij je hoofd

Slide 19 - Quiz

was bedeutet 'weil'?
A
omdat
B
zodat
C
voordat
D
want

Slide 20 - Quiz

was bedeutet 'langweilen'?
A
(lang)dweilen
B
(lang) huilen
C
vervelen
D
(lang) wandelen

Slide 21 - Quiz

was bedeutet 'fröhlich'
A
vrolijk
B
fris

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Link

uitleg opdracht 8.11 d - lesen
De tekst 14 b; luisteren in de klas en maken op laptop of in je boek 
7 vragen.

Let op: zodra je '1' hoort, moet je vraag 1 beantwoord hebben. In de pauze die volgt, lees je vraag 2.

Slide 24 - Slide

opdracht 8.14 - D - lesen
De tekst 14 d; luisteren in de klas en maken op laptop 7 vragen.

Let op: zodra je '1' hoort, moet je vraag 1 beantwoord hebben. In de pauze die volgt, lees je vraag 2.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Link

Slide 27 - Slide

huiswerk voorzover in les niet af
- de opdrachten van D - lesen 15 -16 - 17 maken online
- slim stampen
- zelf flits kaartje maken van deze lastigste woorden

Dank jullie wel voor jullie aandacht


Slide 28 - Slide

16
16=sleepvraag

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide