TL3 Spelling herhaling!

Een stukje herhaling....
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Een stukje herhaling....

Slide 1 - Slide

Bij welke woorden gebruik je een hoofdletter?

Slide 2 - Open question

Je gebruikt een hoofdletter bij:
Namen, merknamen, namen van winkels, aardrijkskundige namen, feestdagen, het begin van een zin, titels van boeken of films,talen....
Mevrouw Van Veen

Slide 3 - Slide

Wanneer schrijf je het meervoud van een woord met 's?

Slide 4 - Open question

Meervoud op 's:

als een woord eindigt op a,o,u, i of y

auto's. radio's, paraplu's, baby's

Slide 5 - Slide

Welke twee regels kun je gebruiken om er achter te komen of een voltooid deelwoord eindigt op een d of een t?

Slide 6 - Open question

d of t?
-Woord langer maken: Hij is verhuisd, want: hij verhuisde

- Kofschip: zit de laatste letter van de stam in t kofschip? Dan schrijf je een t.

Slide 7 - Slide

Kies de juiste spelling
A
pannekoek
B
pannenkoek

Slide 8 - Quiz

Kies de juiste spelling
A
maneschijn
B
manenschijn

Slide 9 - Quiz

Kies de juiste spelling
A
groentesoep
B
groentensoep

Slide 10 - Quiz

Regels:

Meervoud op -en?         Dan pannenkoek en kippensoep.

Meervoud op -en + es?   Dan groentesoep

Is er maar één van?        Zonneschijn, maneschijn

Verstekend woord?        Retegoed, beresterk

Slide 11 - Slide

Verkleinwoorden
Let op: 
Ketting=kettinkje
jongen=jongetje
auto=autootje
paraplu=parapluutje

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide