2.1 De Wereld Wordt Steeds Groter.

Thema 2: De Wereld Wordt Steeds Groter
Module 1: Hoe gebruik je een kaart en een bron?
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Thema 2: De Wereld Wordt Steeds Groter
Module 1: Hoe gebruik je een kaart en een bron?

Slide 1 - Slide

Leerdoelen:
  • Je weet naar welke informatie je moet kijken bij een kaart.
  • Je kan uitleggen wat voor informatie de kaart of grafiek laat zien.
  • Je kan van een kaart aflezen waar iets veel- of weinig voorkomt.
  • Je kan met behulp van twee kaarten een verband uitleggen tussen de twee soorten informatie.
  • Je kan een bron beoordelen op betrouwbaarheid.
  • Je kan rekening houden met de standplaatsgebondenheid van een persoon in het verleden.

Slide 2 - Slide

Waar kan je een kaart voor gebruiken?

Slide 3 - Open question

Wat voor soorten kaarten zijn er?
  • Natuurkundige kaarten: hierop zie je het landschap en de hoogteligging.
  • Staatkundige kaarten: hierop zie je alle landen en de landgrenzen.
  • Thematische kaarten: hierop wordt een bepaald thema uitgelegd. Bijvoorbeeld met kleuren of symbolen. 

Slide 4 - Slide

Welke onderdelen moeten er op een betrouwbare kaart staan?

Slide 5 - Mind map

Op een betrouwbare kaart staan:
  • Een titel
  • Een legenda
  • Een schaal en/of een schaalstok
  • Een noordpijl of windroos. 

Slide 6 - Slide

Welke onderdelen van een kaart zien we hier?

Slide 7 - Slide

Schaalberekening
Altijd in centimeters.
Makkelijk om te rekenen door te vermenigvuldigen of te delen:
1 : 10.000 = 1 centimeter op de kaart is 10.000 cm in het echt.
1 kilometer = 100.000 cm. 10.000/100.000 = 0.1
1 meter = 100 centimeter. 10.000/100 = 100.

Slide 8 - Slide

De schaal is 1 : 15.000
Hoeveel meter is dat?
A
15
B
1500
C
150
D
1.5

Slide 9 - Quiz

De schaal is 1 : 50.000
Hoeveel kilometer is dat?
A
50
B
500
C
5
D
0.5

Slide 10 - Quiz

Wat maakt een bron betrouwbaar?

Slide 11 - Open question

Wat maakt een bon betrouwbaar?
  • Wie heeft de bron gemaakt?
  • Waarom is de bron gemaakt?
  • Wanneer is de bron gemaakt?
  • Wordt de bron bevestigd of tegengesproken? 

Slide 12 - Slide

Wat is standplaatsgebondenheid?

Slide 13 - Mind map

Standplaatsgebondenheid
Iedereen baseert zijn of haar mening op de tijd en plaats waarin zij leven en hun positie in de samenleving. 

Afhankelijk van wie je bent, waar je woont, wanneer je leefde, wat je opvoeding is en een heleboel andere redenen zal je anders denken over bepaalde dingen.

Slide 14 - Slide

Leerdoelen:
  • Je weet naar welke informatie je moet kijken bij een kaart.
  • Je kan uitleggen wat voor informatie de kaart of grafiek laat zien.
  • Je kan van een kaart aflezen waar iets veel- of weinig voorkomt.
  • Je kan met behulp van twee kaarten een verband uitleggen tussen de twee soorten informatie.
  • Je kan een bron beoordelen op betrouwbaarheid.
  • Je kan rekening houden met de standplaatsgebondenheid van een persoon in het verleden.

Slide 15 - Slide

Wat gaan we nu doen?
Aan de slag met de stof van deze week!
  • Lees het tekstblad 2.1: Vaardigheden - Cartografie.
  • Maak het vragenblad.
  • Controleer je antwoorden.

De eerste 10 minuten werken we in stilte.
Heb je een vraag? Steek dan je hand op!

Slide 16 - Slide