Cellen en weefsels

4 soorten Weefsels  
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

4 soorten Weefsels  

Slide 1 - Slide

Boek blz 30 hfst 1.

Voorbeelden weefsels

Slide 2 - Mind map

Bloed wordt ook als vloeibaar weefsel gezien.... maar niet zo benoemd
1) Dekweefsel
=Epitheel weefsel
-Huid (Opperhuid)
-Slijmvliezen
-Endotheel (binnenbekleding bloedvaten)
-Mesotheel (binnenbekleding longen, buikholte en buikorganen)

Slide 3 - Slide

Eenlagig en meerlagig waar nodig, zoals op plaatsen waar kans op beschadiging het grootst is.
Vanaf maag eenlagig daarboven meerlagig
huid en vagina meerlagig
Functie epitheel weefsel
Beschermende functie (begrenzing)
Resorptie
Secretie

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Waar vindt resorptie plaats?
A
Hersenen
B
Neusslijmvlies
C
Huid
D
Darmen

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn voorbeelden van secretie?
A
Talg
B
Zweet
C
Urine
D
Warmte

Slide 6 - Quiz

urine is excretie, geen secretie
Verschil endotheel, mesotheel en epitheel....
-Epitheel is bedekkend en heeft contact met buitenwereld
-Endotheel is bedekkend maar heeft geen contact met de buitenwereld.......
-Mesotheel onderdeel van endotheel, maar zit aan de binnenkant van gesloten holten in het lichaam.

Slide 7 - Slide

mesotheel =weivlies
endotheel=éénlagig (aders, hart en lymfe)
Wat zijn voorbeelden van mesotheel?
A
Buikvlies
B
Hartzakje
C
Binnenkant bloedvaten
D
Binnenkant long

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van endotheel?
A
Binnenkant van de darm
B
Binnenkant van de bloedvaten
C
Binnenkant van de longen
D
Binnenkant van het hart

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Waar bestaan mesotheelcellen uit?
1 laag plaveiselcellen met veel zenuwcellen op een dun laagje bindweefsel

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Kenmerken epitheel weefsel
-Aanééngesloten laag cellen zonder tussencelstof
-Bevat GEEN bloedvaten
-1 soort dekweefsel in verschillende uitvoeringen met dezelfde structuur->soort dakpannen.......

Voedingsstoffen vanuit onderliggend bindweefsel

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Video

Huid (Latijn: cutis) vormt de buitenste bekleding van het lichaam van mens. Bij de mens wordt de huid beschreven als het grootste orgaan 1,65 m2, omdat de gehele huid meer weegt dan elk van de andere interne organen. Bovendien bevat de huid, net als interne organen, verschillend gespecialiseerde cellen die samen een functie vervullen. Het is bovendien het enige orgaan dat zonder verdere ingrepen of hulpmiddelen van buitenaf bekeken kan worden. Waarnemen van de huid levert soms belangrijke informatie op over het al of niet goed functioneren van het lichaam als geheel.
De huid bestaat uit twee huidlagen: de opperhuid of epidermis en de lederhuid of dermis. De opperhuid bestaat uit dekweefsel en vormt zweetklieren, geurklieren, talgklieren, haren en nagels. De opperhuid heeft geen bloedvaten, zenuwen of lymfeklieren. Wel bevindt zich hier een aantal zintuigen. Verder heeft de huid nog het subcutis of onderhuids bindweefsel
In de huid zijn fijne groeven en lijnen te zien. Dit huidreliëf is op de handpalmen en voetzolen heel duidelijk te zien. Het huidreliëf zorgt ervoor dat de huid in staat is mee te geven bij bewegingen van het lichaam. Het huidreliëf is per persoon uniek. Wordt daarom ook gebruikt bij het nemen van vingerafdrukken.
Functies van de huid
Barrière voor micro-organisme en vuil.
Temperatuur regeling.
Bescherming tegen mechanische schade,.

Welke organen scheiden slijm af?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Waar beschermt het slijm van de slijmvliezen je tegen?
-Uitdroging
-Inwerking van zuren
-Glijmiddel
-Afvoer van schadelijke stoffen

Slide 14 - Slide

slijmvlies= epitheel met slijmbekercellen
Wat als de slijmvliezen uitdrogen?
-Geen bescherming meer, kans op infecties. De witte bloedcellen (-> leukocyten!) kunnen hun werk niet meer doen.
Dat is je afweer tegen ziektekiemen
In het slijmvlies zitten heel veel slijmproducerende cellen.....

Slide 15 - Slide

leukocyten overleven alleen in waterige omgeving
Trilhaarcellen en kliercellen
Allebei ook epitheelcellen!!!
Trilhaarcel->transport
(bovenste luchtwegen en eileiders)
Kliercel->endocrien en exocrien

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions

2) Steunweefsel
Bindweefsel  Kraakbeenweefsel  Beenweefsel

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Kenmerken steunweefsel
-Weefsel met veel tussenstof wat vaak meer plaats inneemt dan de cellen
-Vezels tussen de cellen
-Verbinding van verschillende delen van het lichaam
-Biedt steun en stevigheid


Slide 20 - Slide

Tussenstof bepaalt de aard van het steunweefsel, vb strak, stroef, soepel, elastisch
3 Typen bindweefsel vezels
1. Collageen: Stevig weinig rekbare vezels
2. Elastische vezels
3. Reticulair: Vezels die een fijn vertakt netwerk vormen

Slide 21 - Slide

Collageen waardoor lichaam vorm behoudt
elastisch:wanden bloedvaten
reticulair rode beenmerg cellen en veel organen

Vet is ook bindweefsel
Wat zijn de belangrijkste functies van bindweefsel?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

-Stevig bindweefsel  (Veel Collagene vezels pezen/banden)

-Losmazig bindweefsel (Weinig vezels onder de huid en tussen de organen)
-Elastisch bindweefsel (Veel elastische vezels wand van bloedvaten)
-Reticulair bindweefsel
(Bevat collagene vezels bestaat uit een netwerk van vezels
                                                                 In het rode beenmerg en lymfatisch weefsel)
-Vetweefsel Onder de huid  (In het gele beenmerg en om de organen
  bindweefsel met grote hoeveelheid vetcellen)







Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

Bindweefsel en dekweefsel