Voor de komst van het christendom geloofden mensen in natuurgodsdiensten. Ze dachten dat goden de natuur bestuurden en alles konden beïnvloeden, zoals het weer en de oogst.
Natuurgodsdiensten waren polytheïstisch, wat betekent dat mensen in meerdere goden geloofden. Elke god had een eigen taak, bijvoorbeeld over de zon, de regen of de oogst.
Mensen hielden rituelen en brachten offers om de goden tevreden te houden. Ze geloofden dat boze goden voor slechte oogsten en natuurrampen konden zorgen.
Slide 6 - Slide
Hoe werd het Christendom verspreid?
De verspreiding van het christendom ging via missionarissen. Missionarissen zijn geestelijke die in opdracht van de pauskoningen proberen te overtuigen om christen te worden door de bijbel verhalen te vertellen.
Als een koning christen was geworden werd dit vaak verplicht in heel het rijk van de koning. Een voorbeeld is Karel, Karel de grote had hier 2 redenen voor:
Ten eerste zou zijn rijk meer een eenheid worden als iedereen hetzelfde geloof had.
Ten tweede gaf één christenrijk Karel meer macht en aanzien. Hij werd in 800 dan ook door de paus tot keizer gekroond.
Slide 7 - Slide
Wat wordt er bedoeld met "geestelijke" ?
Slide 8 - Open question
De verspreiding in Nederland
Engelse missionarissen zoals Willibrord en Bonifatius brachten het christendom naar Nederland. Ze kregen hierbij steun van de Frankische koningen.
Niet iedereen accepteerde het Christendom. Sommige volken verzetten zich fel, zoals bij de moord op Bonifatius in Dokkum.
Rond het jaar 1000 was het christendom in Nederland de belangrijkste godsdienst geworden. Toch bleven sommige oude gewoonten en tradities nog lang bestaan of werden deze gemixt met christelijke tradities.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
zelfstandig werken
3.3.1 "Verspreiding van het Christendom" opdracht 1 tot 7.