What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Present simple
The Present Simple
Wanneer gebruikt je de "present simple"?
Nu weet je hoe de huidige eenvoud eruitziet. Maar wanneer gebruik je het?
We gebruiken de present simple als we het hebben over:
-
Feiten
De luipaard rent erg snel.
-
Routines
Harry speelt elke woensdag voetbal.
1 / 24
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 2
This lesson contains
24 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
The Present Simple
Wanneer gebruikt je de "present simple"?
Nu weet je hoe de huidige eenvoud eruitziet. Maar wanneer gebruik je het?
We gebruiken de present simple als we het hebben over:
-
Feiten
De luipaard rent erg snel.
-
Routines
Harry speelt elke woensdag voetbal.
Slide 1 - Slide
1. I like scary movies.
2. He is walking the dog.
3. We danced all night long.
4. She plays the piano.
5. They are my parents.
Present Simple
Not Present Simple
1
2
3
4
5
Slide 2 - Drag question
The Present Simple
De SHIT Regel
De SHIT Regel heeft te maken met
S
he,
H
e, en
IT
.
De regel is:
If the subject is a he, she or it, the verb gets +s.
Dus.... als het onderwerp hij, zij of het is, krijgt het werkwoord +s.
So
I dance
becomes
She dance
s
.
Slide 3 - Slide
Timmy
every Saturday.
They never
with oil.
That tree
very fast.
I always
chocolate ice cream.
Those boys
in class very often.
cook
grows
dances
shout
choose
chooses
shouts
grow
Slide 4 - Drag question
The Present Simple
Questions
The verb '
to be
' is a special one.
If the first verb in the sentence is
am, is, or are
, you switch it with the subject.
She is very beautiful.
becomes
Is she very beautiful?
'Is' switched places with the subject. In these cases, you don't use 'do' or 'doesn't'.
Slide 5 - Slide
The Present Simple
Vragen
Om een "present simple" vraag te maken, moet je het werkwoord "Do" voor de zin plaatsen:
I like ice cream.
wordt
Do I like ice cream?
Als het onderwerp een
he, she
of
it
(hij, zij of het) is, moet je "
Does
" voor de zin plaatsen.
Kijk ook wat er gebeurt met de + s van het originele werkwoord.
Bob plays football
. wordt
Does Bob play football?
Slide 6 - Slide
The old man always sits in his chair.
the old man always
in his chair?
Turn the normal present simple sentence into a question
Do
Does
Is
sits
sit
sitting
Did
Slide 7 - Drag question
She is my best friend.
she
my best friend?
Do
Does
Is
Be
Am
Are
Did
Slide 8 - Drag question
The Present Simple
Vragen
Verander voor de volgende oefening de normale "present simple" zin in een vraag.
Denk aan hoofdletters, vraagtekens en de SHIT-regel (
DO
/
DOES
)!
Slide 9 - Slide
My dog likes meat.
Slide 10 - Open question
That tree looks 100 years old.
Slide 11 - Open question
I always go to parties.
Slide 12 - Open question
They are at the club every Tuesday evening.
they
at the club every Tuesday evening?
Do
Does
Is
Be
Am
Are
Did
Slide 13 - Drag question
The Present Simple
Negative
Now you know how to make a normal present simple sentence and questions in the present simple.
Nu gaan we kijken naar
ontkenningen
.
Slide 14 - Slide
The Present Simple
Wat is een ontkenningen?
Ontkenningen vertellen je dat er iets
niet
gebeurt.
Je kunt het woord "
not
" in ontkenningen zien, maar bijna
altijd
als een korte vorm "
n't
", zoals in
don't
or
doesn't
.
Een voorbeeld van een ontkenning is:
She doesn't see very well.
Slide 15 - Slide
The Present Simple
Hoe maak je een ontkenning?
Dus je maakt een ontkenning door "
not
" of "
n't
" aan de zin toe te voegen.
Denk aan de SHIT-regel
!
Dus niet op deze manier:
I like not cookies.
Maar wél op deze manier:
I don't like cookies
Slide 16 - Slide
The Present Simple
De SHIT-regel en ontkenningen
Kijk wat er met het werkwoord in deze zin gebeurt als we er een ontkenning van maken:
He play
s
video games every day.
He doesn't play video games every day.
De + s verdwijnt na "
don't
" of "
doesn't
". Hetzelfde gebeurde met de vragen!
Slide 17 - Slide
The Present Simple
Negative
In the next exercise, try to turn the normal present simple into a
negation
. Pay attention to capital letters, full stops and the SHIT Rule.
Use short forms!
Slide 18 - Slide
The girls wear the same dresses.
Slide 19 - Open question
The boy always cleans his plate after eating.
Slide 20 - Open question
They give out flyers every morning.
Slide 21 - Open question
The old man always sits in his chair.
the old man always
in his chair?
Turn the normal present simple sentence into a question
Do
Does
Is
sits
sit
sitting
Did
Slide 22 - Drag question
WH-questions
Who
what
Where
When
Why
How
Which
Slide 23 - Slide
Drag and drop the words: two of them are incorrect!
[...1...] are you so angry?
[...2...] were you born? In 2004.
[...3...] were you born? In New York.
[...4...] cola do you prefer? Coca cola or Pepsi?
[...5...] is that talking to our teacher? That's the principal.
why
who
what
where
when
how
which
Slide 24 - Drag question
More lessons like this
Week 5 O17 les 1 Present simple Impact F. Unit 2 p. 46-49
January 2023
- Lesson with
51 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Present Simple Q & N
June 2022
- Lesson with
38 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
2BL & 2KGT Present simple
October 2023
- Lesson with
25 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 2
Present simple intro
October 2023
- Lesson with
30 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 2
Present simple
May 2023
- Lesson with
23 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 2
Present simple
October 2023
- Lesson with
30 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 2
Recap present simple
October 2024
- Lesson with
30 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Present simple
September 2024
- Lesson with
30 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 2