Vermogen 3 Havo

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Welke opdrachten van het huiswerk vond je lastig?

Transformator

wat kan een transformator

1. Lampen schakelen
2. De frequentie wijzigen
3. Elektrische spanning transformeren
4. Kortsluiting voorkomen

Rekenvraag

Een adapter transformeert de Amerikaanse lichtnetspanning van 120 V naar de Europese 230 V. De secundaire spoel van de transformator heeft 100 wikkelingen. Hoeveel keer zit de koperdraad om de primaire spoel gewikkeld?

Vermogen

Het vermogen geeft aan hoeveel (elektrische) energie een apparaat per seconde gebruikt.

1 W = 1 J/s

Elektrische apparaten Vermogen

1

2

Hoog of laag vermogen?

800 tot 2600 W    

164 W

1000 W   

2400 W   

50 W

Vermogen berekenen

Een oplader geeft een spanning van 5 V en een stroomsterkte van 0,7 A. Wat is het vermogen van de adaptor?

De ideale transformator

Maar ook het vermogen is voor beide spoelen hetzelfde.

​U​s​​​​U​p​​​​=​N​s​​​​N​p​​​​

P​p​​=P​s​​

U​p​​⋅I​p​​=U​s​​⋅I​s​​

Vermogen =

X

......................

........................

Tijd

Windingen

Stroomsterkte

Spanning

Maak opdracht 10 en 11

1. Ik heb de opdrachten af!

Energieverbruik berekenen

E=P⋅t

.............................. = .............................. x ..............................

Energie

Vermogen

Tijd

Watt

Seconde

Joule

s

J

W

De joule als eenheid

Met 1 joule kun je niet veel doen.

Daarom gebruik je meestal kJ of MJ.

In een huis wordt energie verbruik niet in joule gemeten maar in kWh. (kWh meter)

Zoek het vermogen van 5 apparaten op. 

Bereken voor elk apparaat:

1. Hoeveel energie verbruik je in 1 minuut?
2. Hoelang kan je het apparaat gebruiken voordat je 1 kwh verbruikt hebt?
3. Wat is de stroomsterkte door het apparaat als je het apparaat aansluit op het stopcontact?

Welke apparaat verbruikt de meeste energie in 1 minuut?

Welk apparaat kan je het langst gebruiken met 1 kwh?

Voor de volgende les

Maak opdracht 12 t/m 17