Je moet de zin begrijpen om te weten welke vertaling van werden je moet gebruiken:
Er wird später berühmt --> Hij wordt (zal) later beroemd.
Du wirst von deiner Mutter abgeholt. --> Jij wordt (zult) door je moeder opgehaald. Ich werde morgen 15 Jahre alt. --> Ik word (zal) morgen 15 jaar.
Ich werde ein Vogel malen. --> Ik (word) zal een vogel schilderen.
Wirst du morgen Volleyball spielen? --> (word) zul jij morgen volleyballen?
Wir werden morgen nicht zur Schule gehen. --> wij (worden) zullen morgen niet naar school gaan .