Oefentoets toetsweek periode A

TOETSWEEK
1 / 43
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

TOETSWEEK

Slide 1 - Slide

Toetsstof




- Onbepaald + bepaalde lidwoorden
- Bezittelijke voornaamwoorden
- Persoonlijke voornaamwoorden
- Regelmatige ww
- Onregelmatige ww (ser, llamarse, tener)
- Gustar
- Hay

+ VOCABULARIO 1 T/M 12









Slide 2 - Slide

Quiz time!
Quiz time!

Slide 3 - Slide

De lidwoorden en zelfstandignaamwoorden

Slide 4 - Slide

Kies het juiste bepaald lidwoord.

Gimnasio (= gymzaal)
A
El
B
la
C
Los
D
Las

Slide 5 - Quiz

Kies het juiste bepaald lidwoord.

Papelera (= prullenbak)
A
El
B
la
C
Los
D
Las

Slide 6 - Quiz

Kies het juiste bepaald lidwoord.

Estuche (= etui)
A
El
B
la
C
Los
D
Las

Slide 7 - Quiz

Persoonlijke voornaamwoorden

Slide 8 - Slide

Koppel de onderstaande vervoegingen aan het juiste persoonlijke voornaamwoord (yo, tú, él, ella etc.)

Bailamos - ama - trabajáis - hablan

Slide 9 - Open question

Vul het juiste persoonlijk voornaamwoord in.

Rosa y Ana

Slide 10 - Open question

Vul het juiste persoonlijk voornaamwoord in.

Mi profesora

Slide 11 - Open question

Vul het juiste persoonlijk voornaamwoord in.

Mi hermana y yo

Slide 12 - Open question

Vul het juiste persoonlijk voornaamwoord in.

Luís y tú

Slide 13 - Open question

Bezittelijke voornaamwoorden

Slide 14 - Slide

Ana zegt: “Mira Pedro, ésta es ________ familia. Vivimos en Madrid. Mi casa está enfrente de (tegenover) la casa de María. María es ________ amiga. Juan, ¿María es ________ amiga?”

Slide 15 - Open question

Ana vraagt: “Y tú, ¿cómo es ________ familia? ¿Dónde vives? Y ________ amigos, ¿cómo son?”

Slide 16 - Open question

Gustar

Slide 17 - Slide

Vul de juiste vorm van ‘GUSTAR’ in.

Me ..... la ropa formal.
A
Gusta
B
Gustan

Slide 18 - Quiz

Vul de juiste vorm van ‘GUSTAR’ in.

Te .......... leer.
A
Gusta
B
Gustan

Slide 19 - Quiz

Vul de juiste vorm van ‘GUSTAR’ in.

Me ..... mucho la clase de música.
A
Gusta
B
Gustan

Slide 20 - Quiz

Hay

Slide 21 - Slide

Schrijf op wat je op het plaatje ziet. Maak telkens een zin die begint met ‘hay’...

Slide 22 - Open question

Schrijf op wat je op het plaatje ziet. Maak telkens een zin die begint met ‘hay’...

Slide 23 - Open question

Regelmatige werkwoorden

Slide 24 - Slide

Mi mejor amiga Ana _____________________ (comer) mucha fruta.

Slide 25 - Open question

¿Vosotros _____________________ (hablar) español también?

Slide 26 - Open question

Onregelmatige werkwoorden

Slide 27 - Slide

Mi padre ______________________ (llamarse) Hans.

Slide 28 - Open question

Mi madre _______________________ (tener) 45 años.

Slide 29 - Open question

¿Vosotros _______________________ (ser) de España o de Portugal?

Slide 30 - Open question

Nationaliteiten

Slide 31 - Slide

Yo soy ........

Slide 32 - Open question

Yo soy ........

Slide 33 - Open question

Yo soy ........

Slide 34 - Open question

Vragen-antwoorden 

Slide 35 - Slide

Bij welke vraag hoort het volgende antwoorden:

Bien, gracias.
A
¿Cómo estás?
B
¿Hablas español y francés?
C
¿Puedo ir al baño, por favor?

Slide 36 - Quiz

Bij welke vraag hoort het volgende antwoorden:

Laboratorios no, sólo una biblioteca y una aula de computación.
A
¿Qué hay en tu colegio?
B
¿Hay una biblioteca allí?
C
¿Hay laboratorios en tu colegio?

Slide 37 - Quiz

Woordenschat

Slide 38 - Slide

Me gusta mucho___________________ (luisteren) música.

Slide 39 - Open question

En mi dormitorio (slaapkamer) hay una _______________________ (prullenbak).

Slide 40 - Open question

En el ______________________________ (weekend) trabajo en una panadería.

Slide 41 - Open question

En mi estuche tengo un __________________________ (puntenslijper).

Slide 42 - Open question

Heel veel succes met de toetsweek!!!

Slide 43 - Slide