Interea Caesar cogitabat:
‘Crispinus semper adhuc victor fuit.
Iam centum adversarios superavit.’
Ideo pollicem premebat.
De Keizer dacht ondertussen:
‘Crispinus was tot nu toe altijd winnaar.
Hij heeft al honderd tegenstandersoverwonnen.’
Daarom hield hij zijn duim [met de andere vingers] omsloten.