18-5-2021 (3gt3)

Welcome back 3gt3 :)
Today:



  • Terugblik: past simple <> present perfect
  • Vocabulary
  • Get to work!
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welcome back 3gt3 :)
Today:



  • Terugblik: past simple <> present perfect
  • Vocabulary
  • Get to work!

Slide 1 - Slide

Goals

Aan het einde van de les...
- Weet je het verschil tussen de present perfect en de       past simple.
- Ken je de nieuwe woordjes van unit 6.2
- Heb je goed gewerkt.


Slide 2 - Slide

De past simple gebruik je...
A
wanneer iets nog moet gaan gebeuren.
B
Wanneer iets in het verleden is gebeurd en het belangrijk is wanneer.
C
Wanneer iets nu gebeurt.
D
Wanneer iets in het verleden is gebeurd en het niet belangrijk is wanneer.

Slide 3 - Quiz

Hoe vorm je de past simple bij regelmatige werkwoorden?
A
werkwoord + ing (working)
B
werkwoord + ed (worked)
C
have/has + werkwoord + ing (have working)
D
have/has + werkwoord + ed (have worked)

Slide 4 - Quiz

In welk rijtje van de onregelmatige werkwoorden kijk je voor de past simple?
A
1e
B
2e
C
3e

Slide 5 - Quiz

Welke zin is een voorbeeld van de past simple?
A
I worked at the Jumbo in 2017.
B
I have worked at the Jumbo in 2017.
C
I am working at the Jumbo in 2017.
D
I will be working at the Jumbo in 2017.

Slide 6 - Quiz

Past simple
Verbeter deze ontkennende zin:
I didn't lived in Zwolle in 2009.

Slide 7 - Open question

In welke situatie gebruik je de present perfect NIET?
A
Wanneer iets in het verleden gebeurd is en het niet belangrijk is wanneer.
B
Wanneer iets in het verleden is begonnen en nog steeds door gaat.
C
Wanneer iets nog moet gaan gebeuren.

Slide 8 - Quiz

Hoe vorm je de present perfect bij regelmatige werkwoorden?
A
ww + ed (danced)
B
ww + ing (dancing)
C
have/has + ww + ed (have danced)
D
have/has + ww + ing (have dancing)

Slide 9 - Quiz

In welk rijtje van de onregelmatige werkwoorden kijk je voor de present perfect?
A
1e
B
2e
C
3e

Slide 10 - Quiz

Welke woorden kun je herkennen in zinnen in de present perfect? Er zijn twee antwoorden goed.
A
yesterday
B
for
C
since
D
never

Slide 11 - Quiz

Heb je nog vragen over de past simple en / of present perfect?

Slide 12 - Open question

Vocabulary unit 6.2

We gaan samen even kijken naar de woordjes van hoofdstuk 6.2. Luister mee en let op de uitspraak!

Welke woordjes kende je nog niet?

Slide 13 - Slide

- Je bent serieus aan de slag.
- Je let op je volume. 
- Je mag muziek luisteren via je oortjes.
- Mensen thuis blijven in de Meet.

Klaar?
- Rood: practise more
- Groen: get ahead
Do:
Unit 6.2
Exercises 10 t/m 14




Niet af? Huiswerk voor aankomende donderdag!

Get to work

Slide 14 - Slide

Maak een eigen zin met het woord 'consider'.

Slide 15 - Open question

Homework Thursday 20-05


  • Do: unit 6.2 exercises 10 - 14
  • Study: vocabulary 6.2

Slide 16 - Slide