Schrijven hoofdstuk 2.4

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Leerstof SO Schrijven H1.4 en 2.4

Voor dit SO leer je:

1. - hoe je een correcte aanhef, kern en slot schrijft in een zakelijke e-mail
2. - wat er in een inleiding van een zakelijke e- mail moet staan
3. de signaalwoorden die je in paragraaf 4 van hoofdstuk 1 en 2 hebt geleerd, kun je gebruiken in goede zinnen, om de tekst duidelijker en overzichtelijker  te  schrijven 
4. je kunt formele taal gebruiken in de zakelijke e mail.

Welke is een goeie passende zin voor de inleiding van een zakelijke email?

1. Beste mevrouw Jorisma,
2. Verzoek om uitstel
3. Wij willen deze gelegenheid benutten door op die dag .............
4. Naar aanleiding van ons telefonisch gesprek vanmorgen..........

Dit is een persoonlijke email

Dit is een zakelijke email

Wat zet je in de inleiding van een zakelijke e-mail?

1. wat je van de lezer verwacht
2. informatie/vragen
3. het doel van de brief

Wat betekent aanhef?

1. De groet aan het begin van een e-mail
2. Het onderwerp van een e-mail
3. De boodschap van een e-mail
4. De slotgroet van een e-mail.

Schrijf een beleefde e-mail terug waarin je reageert op een e-mail.
Wat is een goed onderwerp?

1. Info
2. Antwoorden op uw vragen
3. Extra informatie
4. Antwoorden op je vragen

Wat zet je in de kern van een zakelijke e-mail?

1. wat je van de lezer verwacht
2. informatie/vragen
3. het doel van de brief

De kern van een zakelijke e-mail heeft altijd maar één alinea.

1. waar
2. niet waar

Waar of niet waar over een zakelijke e-mail?

De kern moet kort en zakelijk zijn.

1. waar
2. niet waar

Wat zet je in het slot van een zakelijke e-mail?

1. wat je van de lezer verwacht
2. informatie/vragen
3. het doel van de brief

Een passend slot voor mijn Zakelijke e-mail is.....?
Tip: Er zijn meerdere antwoorden goed!

1. Reageer snel!
2. Ik hoor graag hoe wij dit probleem oplossen.
3. Hopelijk krijg ik van u een nieuwe sleutel.
4. U moet niet te lang wachten om te reageren.

Een passend SLOT voor mijn zakelijke e-mail is.....?

1. Ik wil graag informatie hebben over ...............
2. Ik stuur de gevraagde informatie zo snel mogelijk op.
3. Met vriendelijke groeten, (je naam)
4. Ik hoop snel antwoord van u te ontvangen.

Ik moest krabben vanochtend, waardoor ik te laat was. Wat is het signaalwoord?

1. moest
2. ik
3. waardoor
4. vanochtend

Je verwijst naar een leuke klasgenoot.

1. waarmee
2. met wie

Het kind, ....... ik het boek heb gegeven, is vandaag niet op school. Welk signaalwoord gebruik je in deze zin?

1. waarmee
2. met wie
3. waardoor
4. aan wie

Zij hebben veel medailles verdiend, .............. 3 gouden en 2 zilveren

1. waar
2. waaronder
3. waardoor
4. onder wie

Dit is de auto .... ik op vakantie ga.

1. waarmee
2. met wie
4. waardoor

Dit is de vriend .... ik op vakantie ga.

1. waarmee
2. met wie
3. waardoor
4. aan wie

"Ik kwam te laat op school.
Waardoor kwam dat? (reden)
De metro had vertraging."
Welk signaalwoord kun je gebruiken om de zinnen aan elkaar te plakken?

1. terwijl
2. bijvoorbeeld
3. door wie
4. doordat

Mijn alarm ging niet af vanochtend, waardoor ik te laat was. Wat is het signaalwoord?

1. moest
2. ik
3. waardoor
4. vanochtend

Dit was het!

Succes met alle toetsen!