les 3 week 20 G8VPX

1 / 31
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Voorbereiding lesdag 3:
Literatuurverwijzing naar ZorgPad
Bestudeer de volgende leerstof:

Collectie Beroepsgerichte basis 4
• Thema Crisissituaties en onvoorziene situaties in de zorg
o Leerpad 2 Crisissituaties die het gevolg zijn van somatische problemen

 Inleiding en leerdoelen
 Introductie
 Kennis: Crisissituaties, gevolg van somatische problemen
H 1 Somatische problemen in acute situaties
H 2 Val door somatische problemen
H 3 Dehydratie
H 4 Acute verwardheid (delier)
H 5 Intoxicatie
H 6 Orgaanfalen

 Kennis maak:
• Delier (E-learning)
 Verwerking maak:
• Crissituaties door somatische problemen (Opdracht met score)


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Beschrijf vijf somatische problemen die een acute situatie kunnen bewerkstelligen

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Wanneer spreken we van een vitaal bedreigde zorgvrager?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Als je bij een zorgvrager komt en je vermoedt een somatische crisissituatie, wat
controleer je dan als eerste.
A
de tensie
B
het bewustzijn
C
pijnbeleving
D
de temperatuur

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

De stabiele zijligging pas je toe als de zorgvrager buiten bewustzijn is, maar nog
wel een goede bloeddruk heeft.

A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

De ABCDE-methode wordt door zorgverleners toegepast om de toestand van een
zorgvrager in te schatten en daarmee de urgentie van de hulpverlening te bepalen.
Wat is de betekenis van deze methode?

Slide 10 - Open question

De ABCDE-methode wordt door zorgverleners toegepast om de toestand van een zorgvrager in te schatten en daarmee de urgentie van de hulpverlening te bepalen.
De betekenis van de ABCDE methode:
A = Airway: is er ademhaling, is de luchtweg vrij?
B = Breathing: hoe klinkt de ademhaling, zijn er bijgeluiden?
C = Circulation: is er circulatie, wat is de kleur van de huid, bleek, grauw, blauw of roze?
D = Disabillity: is de zorgvrager verward, heeft hij/zij uitvalsverschijnselen?
E = Environment: omgevingsfactoren, is er paniek, dreiging van geweld, is de zorgvrager suïcidaal?

Risicofactoren voor valincidenten zijn op te delen in intrinsieke en extrinsieke factoren.
Wat is het verschil tussen intrinsieke en extrinsieke factoren. Geef van beide een voorbeeld.

Slide 11 - Open question

Risicofactoren zijn onder te verdelen in persoonsgebonden (intrinsieke) en omgevingsgerelateerde (extrinsieke) factoren. Persoonsgebonden risicofactoren zijn risicofactoren die vanuit de zorgvrager komen. Voorbeelden zijn afname van spierkracht, stoornissen in de visus, het gehoor of cognitieve stoornissen

Omgevingsgerelateerde risicofactoren zijn factoren die vanuit de omgeving komen, bijvoorbeeld een losliggend badmatje of een natte gladde vloer.
Als je als verpleegkundige werkzaam bent bij een zorgvrager met een
aandoening waarbij orthostatische hypotensie voor kan komen, moet je extra alert
zijn. Welke twee adviezen kun je de zorgvrager geven om het risico op vallen te
verminderen?
A
stevige vuisten maken
B
warme douche
C
voldoende drinken
D
hoofdeinde van het bed omlaag laten

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

. Een zorgvrager kan ten gevolge van dehydratie in een acute situatie
terechtkomen. Er zijn drie vormen van dehydratie. Wat betekent hypotone
dehydratie?
A
zoutverlies is groter dan het water verlies
B
waterverlies is groter dan het zoutverlies
C
evenredig verlies aan water en zout

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Isotone dehydratie komt voor bij braken en diarree.

A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Aan welke symptomen kun je zien of er bij een oudere zorgvrager sprake is van
dehydratie?

Slide 15 - Mind map

This item has no instructions

Een delier is een syndroom, een groep verschijnselen die vaak samen
voorkomen, en is te omschrijven als chronische verwardheid.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

De oorzaak van een delier is altijd een onderliggende lichamelijke aandoening
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Noem zes lichamelijke oorzaken waardoor een delier kan ontstaan

Slide 18 - Mind map

This item has no instructions

Als je de symptomen herkent en je observeert de zorgvrager dagelijks, dan kun je de
link leggen met een mogelijk delier. Hoe heet de lijst die kunt toepassen om te achterhalen
of er sprake is van een delier.

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Beschrijf drie maatregelen die kunnen bijdragen aan het voorkomen van een delier:

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Bij acuut hartfalen ontstaan de klachten binnen 48 uur, bij chronisch hartfalen
ontstaan de klachten geleidelijk.
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Noem vijf symptomen
van acuut nierfalen

Slide 22 - Mind map

This item has no instructions

Septische shock is een aandoening die wordt veroorzaakt door een infectie in
de bloedbaan (sepsis) waarbij de bloeddruk gevaarlijk stijgt en veel organen slecht
functioneren als gevolg van onvoldoende bloedtoevoer.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Risicofactoren voor het ontstaan van een delier zijn onder te verdelen in
predisponerende en percipiterende factoren. Wat valt onder predisponerende
factoren?
A
visusstoornissen
B
infectie
C
ernst van de ziekte
D
vrijheidsbeperkende maatregelen

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Als je een kamer binnenloopt, zie je meneer Pot op de grond liggen met zijn ogen
dicht.Je ziet dat meneer Pot hevig bloedt uit zijn bovenbeen. Welke stappen neem je

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Wat zijn veelvoorkomende oorzaken
van een delier bij jongeren (ongeveer van 12 tot 18
jaar)?

Slide 26 - Mind map

This item has no instructions

Als een zorgvrager hallucineert kan dit zowel een teken zijn van een delier als
van dementie.

A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Delirium in het ziekenhuis "Vader ziet spoken", Zembla TV uitzending 2014-05-22

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions